Tweede zondag van Pasen

Auteur: Anton-Marie Milh
Temps liturgique: Temps de Pâques
Année liturgique : A
Année: 2019-2020

Anton-Marie Milh
Zondag 19 april

 

Wie snel wil weten of een boek iets voor hem of haar is, bladert door naar het einde, tot aan het besluit. Daar balt de auteur immers zijn gedachten samen, verwoordt ze nog eens op een andere manier, recapituleert, onderstreept de kern, zet de puntjes op de i. Dat is ook wat Beloken Pasen wil zijn: beloken betekent besloten; Beloken Pasen dus als het besluit van het Paasoctaaf, als een résumé van wat Pasen is. Het was dan ook geenszins willekeurig toen de heilige paus Johannes-Paulus II in het Jubeljaar 2000 besloot déze zondag na Pasen uit te roepen tot zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Hiermee gaf hij aan dat de Goddelijke Barmhartigheid de leessleutel is van het ganse Paasgebeuren.

De Goddelijke Barmhartigheid is Gods ontferming over de mens die gebukt gaat onder verdriet, lijden, zonde en dood. Het is Gods liefde voor de mens in de volmaaktheid van al haar eigenschappen: het is een liefde die tegelijk vaderlijk, moederlijk, echtelijk, broederlijk en vriendschappelijk is; een liefde die tegelijk geduldig, vriendelijk, gul, dienstbaar, trouw, vergevingsgezind en genadig is. De Goddelijke Barmhartigheid, dat is Jezus tijdens zijn aardse leven, in zijn ontmoetingen met zovele mensen, die opgetekend staan in de Heilige Schrift. De Goddelijke Barmhartigheid, dat is Jezus gekruisigd door een gebrek aan menselijke barmhartigheid, maar die alsnog aan de Vader vraagt zijn beulen te vergeven “want ze weten niet wat ze doen”. De Goddelijke Barmhartigheid, dat is de verrezen Christus, die duidelijk maakt dat Gods liefde voor ons niet ophoudt op het moment dat wij afhaken.

Ik zou hier bijna durven stellen: met Pasen vieren we dat Jezus verrezen is, met Beloken Pasen vieren we waarom Jezus verrezen is. Natuurlijk vieren we met Pasen ook het waarom van Jezus’ verrijzenis, maar dit accent komt nog het duidelijkst naar voren met Beloken Pasen, de zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Het is eigen aan de liefdesdynamiek die God zelf is, om uit zichzelf te treden, door liefde de mens te scheppen, met liefde de mens te zegenen. Het is eigen aan de Goddelijke Barmhartigheid, om zelfs na wat de finale afwijzing ervan lijkt – de Calvarieberg op, de spijkering aan het kruis – nog een stap verder te gaan. De Goddelijke Barmhartigheid reikt voorbij de massaslachtingen van de twintigste eeuw, reikt voorbij milieucrisis en pandemie, reikt voorbij zijn eigen dood, naar de verrijzenis. In zijn encycliek Dives in Misericordia schrijft de heilige Johannes-Paulus: “Het Paasmysterie is dus Christus zelf op het hoogtepunt van de openbaring van het onbegrijpelijke mysterie van God. (…) Want Christus (…) heeft in zijn verrijzenis de volheid van liefde die de Vader voor Hem en in Hem voor de mensen koestert, duidelijk gemaakt. Hij is geen God van doden maar van levenden”.

Sint Petrus drukt ons in zijn brief op het hart die Goddelijke Barmhartigheid niet als een abstract principe te zien, maar te kijken naar zijn concrete betekenis voor ons als persoon: “Gezegend is God, (…) die ons in zijn grote barmhartigheid herboren liet worden, tot een leven van hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, tot een onvergankelijke, onbederfelijke en onaantastbare erfenis, die voor u is weggelegd in de hemel”. De ultieme uiting van de Goddelijke Barmhartigheid, Jezus’ dood en verrijzenis, opent voor ons wijd de deuren tot het eeuwige leven bij de Vader.

Gaat het ook niet om dit inzicht bij de ongelovige-gelovige Thomas? Zijn fysieke ontmoeting met de verrezen Heer doet hem immers de voor het christendom fundamentele geloofsbelijdenis “Mijn Heer! Mijn God!” uitspreken; wat kan geïnterpreteerd worden als: die rabbi Jezus, die Thomas goed kende, erkent hij nu als de vleesgeworden Goddelijke Barmhartigheid, als God zelf. Door de verrezen Christus voor zijn neus te zien staan, beseft Thomas hoe ver Gods Barmhartigheid voor mensen reikt. Moge wij begeesterd door hetzelfde geloof een vruchtbaar vervolg van de Paastijd beleven. Amen.

Anton-Marie Milh op