Eerste Zondag van de Advent (année B)

Auteur: Bernard De Cock
Date de rédaction: 29/11/20
Temps liturgique: Avent
Année liturgique : B
Année: 2020-2021


De advent, dat zijn de vier weken vóór kerstmis, de donkerste periode van het jaar, waarin we reikhalzend uitzien naar de geboorte van nieuw leven. We steken iedere week een kaars aan op onze groene krans en gaan wat dichter bij elkaar zitten. We cultiveren ieder jaar in de advent een ongeduldig wachten. We verlangen om bevrijd te worden uit ons opgesloten zitten. We willen verse lucht en helder licht. We willen ademen op het ritme van een gezond samenleven. En verlangen we dat alles ook niet, al zolang – tijdens de twee periodes van lockdown – op een intense manier. Daarom is het goed dat wij, zeker nú, stilstaan bij de diepe betekenis van onze beleving van de jaarlijks terugkerende adventstijd.

De advent is een feitelijk antwoord op de vraag: hoe ga ik om met verleden, heden en toekomst? Sommigen vinden alleen heil in het verleden, in de oude en beproefde traditie. Anderen geloven sterk in de vooruitgang, in een maakbare toekomst. Tenslotte zijn er de mensen daartussen: ik leef nú, zeggen ze, vandaag; het verleden is definitief voorbij, de toekomst is niet te voorzien – dus maak ik van het nu alles. Christenen proberen de eenzijdigheid van die drie opvattingen te overstijgen en zeggen: wij kunnen nú pas zinvol leven wanneer we ons laten inspireren door herinnering en hoop.

Herinneringen aan het verleden kunnen vreugdevol of pijnlijk zijn, maar ze kunnen ons ook laten zien wat in dat verleden onvervuld is gebleven. Er zijn namelijk zoveel dromen die, ooit gedroomd, nooit gerealiseerd zijn. Dat is de traditie van oude verwachtingen van een betere wereld. Ook onze voorouders hebben verlangd naar een toekomstige betere wereld, en ook zij hebben daar maar een stukje van kunnen waar maken. Welnu, de herinnering roept de onvervuld gebleven verwachtingen wakker én ze doorbreekt de mentaliteit van ‘je kunt er toch niets aan doen’.

In de advent, die woordelijk ‘komst’ betekent, activeren wij als christenen de herinnering aan het heimwee dat bij de profeten leefde, het heimwee naar de komst van Gods gerechtigheid in deze wereld. We herinneren ons het reikhalzend uitzien naar Gods laatste en beslissende gezant die deze gerechtigheid belichaamt. Iemand die het tijdperk van rechtvaardigheid en vrede zou inleiden en alle geweld doen ophouden. Iemand die het zou opnemen voor de mens die klein gehouden wordt, iemand die onvoorwaardelijk opkomt voor de mensen die niet in staat zijn zélf hun rechten af te dwingen. Iemand die ons definitief zou leren met elkaar gelukkig te zijn.

Christenen geloven dat die belofte vervuld is, dat de gezant van God ís gekomen en dat hij, althans in zijn eigen leven, de verwachtingen heeft ingelost. Jezus van Nazareth is de belichaming geweest van Gods gerechtigheid. Maar toch zien wij dat wij van de profetische droom, ondanks Jezus' verwezenlijking ervan, weinig hebben terecht gebracht. We hoeven maar rondom ons te kijken. Daarom is de herinnering aan de nog niet verwezenlijkte droom van de profeten en aan Jezus' leven een wapen dat wij moeten en kunnen hanteren in ónze strijd voor gerechtig­heid. Maar er is meer.

De drijvende motor van ons handelen is de hoop. Een hoop die gegrond is in het feit dat Jezus, en al degenen die in zijn voetstappen zijn getreden, hun ideaal van Gods droom voor de wereld hebben gerealiseerd. Wij geloven dat God zelf hun leven heeft bekrachtigd en gezegend. Dat helpt ook ons te geloven dat de realisatie van de profetische droom wel degelijk mogelijk is, hier en nu. In de advent richt zich onze hoop, onze verwachting niet zozeer op het kindje Jezus (dat is al geboren), maar eerder op de definitieve vervulling van de gerechtigheid die de volwassen man Jezus ons heeft voorgeleefd. Wij verwachten m.a.w. de totale heerschappij van Gods liefde. Totdat de Heer weerkeert, zegt het evangelie. Dit verwachten, deze hoop heeft niet te maken met afwachten – passief. Hoop produceert een fantasie van liefde, een creatief nadenken over hoe wij het nu beter kunnen maken in de wereld, hoe wij het nu rechtvaardiger kunnen maken onder mensen. Een fantasie van liefde. Mogelijkheden te over in deze moeilijke dagen. Amen.


Premier dimanche de l'Avent
Philippe Cochinaux