Begroeting
Moge dit samenzijn gezegend worden
door God + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Openingswoord
Naar de kerk komen op zondag of op zaterdagavond
is voor een aantal mensen nog steeds een ‘zondagsplicht’.
Voor anderen is dat geen zaak van ‘moeten’
maar van ‘willen’, van ‘behoefte hebben aan’,
behoefte om de Heer te ontmoeten,
om zich door Hem te laten toespreken.
Jezus legt ons vandaag uit dat Hem navolgen,
niet zozeer een kwestie is van ‘je houden aan regels en plichten’,
maar een hartsaangelegenheid is:
een hart dat het geluk voor anderen betracht,
een hart dat God en de medemens daadwerkelijk liefheeft,
een hart dat waarheid spreekt
en vooral waarheid doet.
Omdat wij daaraan vaak niet toekomen
bidden wij God en elkaar om ontferming.
Gebed om ontferming 1
‘Mijn Woord is niet ver’, staat er geschreven.
God spreekt tot allen die daarvoor ontvankelijk zijn.
Bidden wij dat zijn Woord ruimte bij ons vindt
en ons vervult met zijn liefde en vrede.
-Er is de weg van kleine goedheid van mens tot mens:
bereidheid tot luisteren,
attentie en aandacht.
Een weg die wij niet altijd gaan.
En daardoor waren er door onze tekorten
minder gelukkige mensen.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
-Er is de weg van de dagelijkse taak,
doen wat gedaan moet worden:
eerlijkheid in tijd en taak.
Een weg die wij niet altijd gaan.
Daardoor is er minder tot stand gekomen
dan waarvoor er op ons gerekend werd.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
-Er is een weg naar de grote wereld:
inzet voor maatschappij en Kerk,
voor de mens dichtbij en veraf.
Een weg die wij niet altijd gaan.
En zo komt het dat anderen zich dubbel moeten inzetten.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Vergevingsmoment 2
Wij hebben allen onze goede en kwade dagen.
Laten wij bij de aanvang van deze viering
ons daarom bezinnen over onze houding tot de anderen
en willen wij elkaar vergeving vragen en schenken.
-Omdat wij onvoldoende begrip opbrengen voor elkaar,
en ons te weinig inzetten voor het geluk van anderen.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
-Omdat wij, uit zwakheid of onverschilligheid,
zo vaak voorbijgaan aan wie ons oprecht liefhebben,
omdat wij vergeten dankbaar te zijn.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
-Om alles wat we voor onze medemens
hadden kunnen doen en zijn,
om alles wat ongezegd bleef en ongedaan.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Laten wij elkaar vergeving schenken
en moge de barmhartige God ons in zijn liefde opnemen
en geleiden tot het eeuwig leven. Amen.
Lofprijzing
Eer aan God in de hoge,
schepper van hemel en aarde.
Hij schenkt ons leven, licht en liefde.
Hij schenkt ons zijn Zoon,
die ons bevrijdt.
Vrede op aarde onder mensen
die handen reiken van volk tot volk
en zich verzoenen met elkaar
tot een wereld zonder grenzen.
Mensen in wie Hij welbehagen heeft,
om hun inzet voor vrijheid en gerechtigheid
en om hun streven naar eerbied
voor alles wat in zijn schepping leeft.
Eer aan God in de hoge,
want Hij sluit een verbond
met de kleinen en de zwakken
en met allen die aan zijn Boodschap gestalte geven.
Vrede op aarde aan alle mensen
en zalig zij die vrede stichten,
want zij worden kinderen van God genoemd.
Moge Hij welbehagen vinden in ons,
als volk onderweg,
in het voetspoor van Jezus,
onze Messias en onze Heer. Amen.
Openingsgebed 1
Goede God,
telkens opnieuw zet Gij ons voor de keuze tussen goed en kwaad.
Steeds weer houdt Gij ons voor
dat wij zo kunnen kiezen tussen leven en dood.
Help ons uw Woord te ontdekken als Bron van leven.
Leer ons de vreugde van uw wet kennen.
Dan zullen wij uw wil doen en leven vinden,
vandaag, morgen en alle dagen van ons leven. Amen.
naar Kees Pannekoek
Openingsgebed 2
God,
medemensen houden van ons,
geloven in ons,
vertrouwen ons.
Dat geloof, die hoop en die liefde
openen voor ons de weg naar een ontmoeting met U.
In die medemensen herkennen we immers uw gelaat.
We hopen en bidden
dat we U steeds mogen herkennen
in de mensen die we ontmoeten,
en dat Gij ook herkenbaar zijt in ons,
in onze gemeenschap, in uw Kerk,
vandaag en morgen en tot in eeuwigheid. Amen.
Lezingen
God gaf ons zijn geboden en de kracht om ze te onderhouden,
zo horen wij in de eerste lezing.
Maar denk erom, leert Jezus ons,
dat God dienen betekent:
niet alleen nalaten wat verboden is,
maar vooral zich positief inzetten voor onze medemensen.
Luisteren wij nu naar die Woorden uit de Schrift.
Eerste lezing (Sir. 15, 15-20)
Uit het boek Sirach
15 Als je wilt, kun je de geboden onderhouden
en het is verstandig te doen wat Hem behaagt.
16 Hij heeft vuur en water voor je neergezet:
je kunt je hand uitstrekken naar wat je verkiest.
17 Vóór de mensen liggen het leven en de dood,
en dat waar een mens genoegen in schept.
18 Want groot is de wijsheid van de Heer;
zijn macht is geweldig en Hij ziet alles.
19 Zijn ogen zijn gericht op degenen die Hem vrezen
en iedere daad van de mens is Hem bekend.
20 Hij heeft niemand de opdracht gegeven te zondigen
en Hij heeft niemand toestemming gegeven kwaad te doen.
KBS Willibrord 1995
Tweede lezing (1 Kor. 2, 6-10)
Uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de christenen van Korinthe
Broeders en zusters,
6 Over wijsheid spreken wij wel onder de ingewijden, maar dat is niet de wijsheid van deze wereld of van de machten van deze wereld, die onttroond zullen worden.
7 Maar wij verkondigen Gods geheimnisvolle wijsheid, het verborgen plan dat door God van alle eeuwigheid af is ontworpen, en bestemd is voor onze verheerlijking.
8 Geen van de machten van deze wereld heeft ervan geweten. Als zij ervan geweten hadden, zouden zij de Heer der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
9 Hierover zegt de Schrift: Wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bereid voor wie Hem liefhebben.
10 Ons heeft God dat geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God.
KBS Willibrord 1995
Evangelie (Mt., 5, 17-37)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Mattheus
17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten op te heffen.
Ik ben niet gekomen om ze op te heffen, maar om ze te vervullen.
18 Want Ik verzeker jullie; eer hemel en aarde vergaan, zal er niet één punt of komma van de wet afgaan voor het allemaal gebeurd zal zijn.
19 Wie één van die geringste geboden ontkracht en dat de mensen leert, zal de geringste genoemd worden in het koninkrijk der hemelen. Maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot genoemd worden in het koninkrijk der hemelen.
20 Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet méér betekent dan die van de schriftgeleerden en farizeeën, zul je het koninkrijk der hemelen zeker niet binnengaan.
21 Jullie hebben gehoord dat tot de ouden gezegd is:
U zult niet doden. Wie doodt, zal uitgeleverd worden aan het gerecht.
22 Maar Ik zeg jullie: ieder die zijn broeder een kwaad hart toedraagt,
zal uitgeleverd worden aan het gerecht. Wie `leeghoofd” zegt tegen zijn broeder, zal uitgeleverd worden aan het Sanhedrin.
En wie `domkop” zegt, zal uitgeleverd worden aan het hellevuur.
23 Dus als je je offergave naar het altaar brengt, en je herinnert je daar dat je broeder iets tegen je heeft,
4 laat dan je offergave daar voor het altaar achter, en ga je eerst verzoenen met je broeder, en kom dan terug om je offergave te brengen.
25 Wees je tegenpartij welgezind zolang het nog kan en zolang je met hem onderweg bent, opdat je tegenpartij jou niet uitlevert aan de rechter,
en de rechter aan de gerechtsdienaar, die je in de gevangenis zet.
26 Ik verzeker je, je zult daar niet uitkomen voor je de laatste cent hebt betaald.
27 Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: U zult geen echtbreuk plegen.
28 Maar Ik zeg jullie: ieder die begerig naar een vrouw kijkt,
heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd.
29 Maar als je rechteroog je doet struikelen, ruk het dan uit en gooi het weg. Want het is beter voor je dat een van je ledematen verloren gaat, dan dat heel je lichaam in de hel wordt gegooid.
30 En als je rechterhand je doet struikelen, hak haar dan af en gooi haar weg. Want het is beter voor je dat een van je ledematen verloren gaat, dan dat heel je lichaam naar de hel gaat.
31 Ook is er gezegd:
Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief geven.
32 Maar Ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, behalve in geval van ontucht, brengt haar tot echtbreuk, en wie trouwt met een vrouw die is verstoten, pleegt echtbreuk.
33 Verder hebben jullie gehoord dat tot de ouden gezegd is:
U zult uw eed niet breken, maar u houden aan uw eed voor de Heer.
34 Maar Ik zeg jullie helemaal niet te zweren.
Niet bij de hemel, omdat die de troon van God is.
35 Niet bij de aarde, omdat die zijn voetbank is.
Niet bij Jeruzalem, omdat dat de stad is van de grote koning.
36 Zweer ook niet bij je eigen hoofd,
omdat je niet één haar wit of zwart kunt maken.
37 Maar je ja zij ja en je nee zij nee.
Wat daar nog bij komt, is uit den boze.
KBS Willibrord 1995
Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God,
Grond van alle bestaan,
die ons het leven ten volle gunt.
Wij zijn mens naar zijn beeld en gelijkenis.
Ik geloof dat Jezus een mens was naar Gods hart.
Hij riep ons op Gods droom te helpen waarmaken.
Voor armen en kleinen opent Hij toekomst.
Voor ons allen betekent Hij verlossing.
Ik geloof in de heilige Geest,
die ons helpt onderscheiden waar het op aankomt.
Hij is het
die ons de waarde van het anders-zijn van de ander
helpt ontdekken.
Ik geloof in de Kerk,
een mensengemeenschap
die Gods droom begrijpt
en probeert ernaar te leven
om zo mee te bouwen
aan een betere toekomst.
Ik geloof dat de weg van Jezus
een weg is die leidt naar het leven
over de dood heen. Amen.
Voorbeden 1
Leggen wij onze gebedsintenties op het altaar van de Heer
om ze samen met uw gaven en deze gaven aan de Heer op te dragen.
-Bidden we voor de verkondigers van Gods Woord.
Dat de Blijde Boodschap die zij uitdragen
ook werkelijk blij en bevrijdend mag klinken.
Laten wij bidden…
-Bidden we voor de mensen die in het verleden bezwaard werden
met het beeld van een straffende God.
Dat zij mogen inzien dat de God van het evangelie,
een God van liefde en verzoening is,
een God die mensen bevrijdt van dwang, verplichting en verknechting.
Laten wij bidden…
-Bidden we voor hen die, ‘in naam der wet’, leed en onrecht laten voortbestaan. Moge zij beseffen dat onze God, als Heer van de sabbat,
het heil van mensen hoger acht
dan het zich farizeïsch verschuilen achter wetten en regels.
Laten wij bidden…
-Bidden we voor de Kerk van Christus
en vragen wij God vergeving om het onrecht dan wij, in naam van het evangelie, onze oudste broeders, de joden, hebben aangedaan.
Moge wij openstaan voor wat God zegt tot ons, christenen,
in de boeken van Israël, zijn volk.
Laten wij bidden…
Voorbeden 2
-Laten wij bidden voor wie leiding geven in de Kerk,
hier en wereldwijd.
Dat zij, bij het uitlijnen van de krijtlijnen,
zich in woord en daad laten inspireren door Jezus’ Boodschap
van oneindige bewogenheid voor elke mens.
Laten wij bidden…
-Bidden we voor wie leiding geven in onze maatschappij.
Dat zij wetten mogen uitvaardigen die rekening houden met de zwaksten
en zo mogen bouwen aan een meer echtvaardige samenleving.
Laten wij bidden…
-Bidden we ook voor onszelf.
Dat we steeds meer zouden proberen rekening te houden
met het geluk en het welzijn de ander.
Dat mildheid en naastenliefde onze grondhouding mag worden.
Laten wij bidden…
Heer, aanhoor onze beden
en laat ons steeds meer echte christenen worden. Amen.
Gebed over de gaven
Zoals we brood breken en delen met elkaar,
zo willen we ook proberen
onszelf te breken en te delen met elkaar.
Neem dit brood aan, God,
en geef ons de moed en de durf
om mee te bouwen aan een gemeenschap
waar recht en liefde heerst.
Wijn is een teken van vreugde.
Neem deze wijn aan, God,
en geef ons de moed en de durf
om met en aan elkaar vreugde te beleven. Amen.
Tafelgebed
God, wij danken U
omdat Gij een God van liefde zijt,
een God die oog en hart heeft
voor ons, zoekende mensen.
Wij danken U
omdat Gij de naam van elke mens geschreven hebt
in de palm van uw hand.
Wij danken U omdat Gij herkenbaar zijt
in elke goede mens,
in ogen vol mildheid,
in een teder gebaar.
Overduidelijk hebt Gij dat getoond in Jezus,
uw Mens-geworden Zoon.
Als geen ander gaf Hij
gestalte aan uw goedheid en uw liefde voor de mensen.
Gij zijt de Hand op onze schouder,
de Stem die ons moed inspreekt of tactvol corrigeert.
In alle mensen die om ons bekommerd zijn,
die ons vergeven en aanmoedigen,
mogen wij de warmte van uw hart vermoeden.
Als liefde ook ons hart beroert,
onthullen wij iets van uw gelaat.
Omdat wij dit mochten ervaren
danken wij U schroomvol met de woorden:
Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid.
Hosanna in de hoge.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in de hoge.
Wij danken U voor Jezus, de Christus,
de man uit Nazareth,
die U ‘Abba’, zijn lieve Vader noemde.
Nooit was er van U zoveel te zien en te ervaren
als toen Hij op onze aarde was.
Gedreven door gerechtigheid en goedheid
openbaarde Hij uw naam in deze wereld.
Door zijn woorden van begrip en vergeving,
door zijn attentie voor gekwetste mensen,
door blinden uitzicht te geven en lammen veerkracht,
toonde Hij uw menslievendheid.
Hij was met mensen begaan,
deelde hun vreugde, maar ook hun verdriet.
Hij veroordeelde niet,
maar gaf mensen nieuwe kansen.
Vooral in de nacht, die de laatste van zijn leven werd,
heeft Hij een subliem gebaar van liefde gesteld.
Hij nam brood in zijn handen en dankte U.
Hij brak het brood en gaf het aan zijn vrienden en zei:
“Neem en eet hiervan gij allen.
Dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt.”
Zo nam Hij ook de beker.
Hij sprak een dankgebed en zei:
“Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn Bloed,
dat voor u en voor allen wordt vergoten
tot vergeving van de zonden.
Blijf dit doen om Mij te gedenken.”
Als wij dan eten van dit Brood
en drinken uit deze Beker,
verkondigen wij de dood des Heren
totdat Hij komt.
Vader, wij zijn U dankbaar
omdat wij in deze tekenen van Brood en Beker
Jezus van Nazareth mogen gedenken.
Zend ons zijn Geest
opdat ook wij voor elkaar genade zouden zijn,
hoe onvolkomen ook.
Geef dat wij elkaar waarderen,
dat we niet blind zijn voor de mens naast ons
of doof en onverschillig voor zijn nood.
Dan zal er vreugde zijn op aarde
liefde, vrijheid en vriendschap in Jezus’ naam.
Door Hem en met Hem en in Hem
zal uw naam geprezen zijn,
Heer, onze God,
in de eenheid van de heilige Geest,
hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.
Onze Vader
Laten wij ons leiden door de gezindheid van Jezus van Nazareth
en met Hem bidden tot zijn en onze Vader:
Onze Vader….
Laat uw Rijk komen, God,
uw wil werkelijkheid worden in ons midden,
zodat uw geheiligde naam
kan worden doorgegeven in gerechtigheid en vrede,
van mens tot mens,
van land tot land
over heel de wereld.
Dan zal de mensheid vreugdevol kunnen uitzien
naar de komst van Jezus Messias, uw Zoon.
Want van U is het Koninkrijk…
Vredeswens
Heer, geef ons de moed
om holle woorden en al wat niet echt is
achter ons te laten.
Geef ons de kracht om wat minder af te breken
en wat meer op te bouwen.
Geef ons de eerlijkheid
om te erkennen dat er zoveel is dat we konden doen,
maar niet deden.
Geef ons het geloof dat elke vraag om vergeving
door U wordt beantwoord met liefde.
Dan zal uw vrede, Heer, met ons zijn.
En geven wij die vrede Gods aan elkaar door.
Lam Gods
Communie
Getrouw aan Gods wet en belofte
deelde Jezus brood en wijn,
zijn leven en zijn vreugde uit.
Zo wilde Hij voor ons het Lam zijn dat onze zonden wegdraagt.
Heer, ik ben niet waardig…
Bezinning 1
Gij, God,
Gij leeft dieper in ons
dan wij in onszelf,
Gij kent de hunker van ons hart
naar een groot geluk
dat we maar niet vinden.
Gij doorgrondt hart en nieren
en kent ons in onze diepste verborgenheid.
Gij weet wat ons het meest ontbreekt
in ons tastend zoeken
naar een leven van volkomenheid.
Maak ons hart ontvankelijk
voor de ontmoeting met U die Liefde zijt.
Wat onmogelijk lijkt, wordt mogelijk:
we worden heel gelukkige mensen
die elkaar tot zegen zijn.
Bezinning 2
In zijn geest…
Het gaat niet om de letter van de wet.
Die maakt dood en beknelt.
Het gaat om de geest van de wet,
het hart, dat spreekt van liefde
en wijst naar bevrijding.
De letter van de wet geeft minimumeisen,
er zit nauwelijks leven in.
Het hart van de wet vraagt meer:
vraagt om inzet en vrede,
om goede wil en vergevingsgezindheid.
Het hart wijst naar levensruimte,
naar leven, volop.
Het leven, de woorden en daden van Jezus
zijn een voorbeeld en een uitdaging tegelijk.
Ze stijgen uit boven elk ‘wettisch’ denken.
Ze vragen om ‘meer dan het gewone’,
om inzet en zorg voor mens en wereld.
Ze vragen om een hartelijk leven,
een leven in zijn geest.
naar Wim Holterman osfs
Slotgebed 1
Heer, onze God,
als Gij ons uw Woord niet hadt gegeven,
waren wij als blinden langs de weg van het leven.
Geef dat wij anderen tot licht mogen zijn
in het voetspoor van Hem die voor ons de ware weg ten leven is:
Jezus Christus, uw Woord en onze Broeder. Amen.
Slotgebed 2
Ik ben blij dat Ik je af en toe in mijn huis mag ontmoeten – zegt God.
Ik hoop dat je je er thuis voelt
en dat je er ervaart
dat Ik, doorheen mensen, van je hou.
Graag wens Ik
dat je zelf een ‘huis van vriendschap’ wordt
en dat je met heel veel tederheid en genegenheid
met mensen omgaat,
ook als je het moeilijk met hen hebt.
Durf mensen vergeving aanreiken
en schrik er niet voor terug
je eigen kleine kanten toe te geven.
Ik wil je daarbij helpen
door je te laten delen in mijn vriendschap.
Het is aan jou om er een antwoord op te geven.
Erwin Roosen
Zending en zegen
De radicaliteit van het evangelie gaat dus veel verder dan
‘zich houden aan de regels en zijn plichten vervullen’.
Om te bouwen aan Gods weg naar meer mensvriendelijkheid,
leefbaarheid en warmte in deze wereld
schenkt God ons zijn kracht, zijn genade en zijn zegen:
in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.