Het religieuze leven is geen vlucht uit de wereld noch een weigering om er deel van te zijn. Het vraagt een lange voorbereiding, een spirituele en psychologische vorming, want het gaat om een leven van toewijding aan God naar het voorbeeld van Jezus, geënt op het evangelie, het gebed en het leven in gemeenschap. Zo’n leven kan een bron van vreugde zijn ondanks het feit dat men verzaakt aan voor de hand liggende voldoeningen. Het is een leven van intense vreugde omdat ons Groot Nieuws werd toegezegd.
Het gaat om een leven dat meer getekend is door wat men is dan door wat men doet. Hoe kan je dat begrijpen? Omdat een kloosterling een mens is zoals anderen, getekend door de vragen en eigenheden van zijn samenleving (de secularisatie, de greep van de Moderniteit, de ethische keuzes die men moet maken, enz.) maar in confrontatie met de waarden van het evangelie en het voorbeeld van Jezus.
Dit leven vereist een goed affectief en psychologisch evenwicht, een goed inzicht in zijn eigen bekwaamheden en grenzen, het vermogen om evenwichtige relaties te leggen, om grootmoedig te zijn en vol durf. Het is mens zijn als onderweg in geloof steunend op persoonlijk en gemeenschappelijk gebed, met het verlangen om steeds verder te zoeken wie God is en wat religieus zijn betekent.
Er wordt van je gevraagd dat je bekommerd bent om de gemeenschap en dat je wil meewerken aan de gemeenschappelijke zending en de projecten van de orde in verbondenheid met de zending van de Kerk.
Nog anders gezegd: het religieuze leven is een leven waarbij men verleid werd door Christus die ons een leven toont dat nooit ontgoochelt. We willen Christus persoonlijk ervaren en aan Hem gehecht zijn om zo sterk te staan in de noodzakelijke onthechtingen.
Het gaat om een leven dat meer getekend is door wat je bent dan door wat je doet. Liefde ligt als vertrekpunt aan de basis. De religieuze roeping is een roeping om op weg te gaan om pionier te zijn en in vertrouwen te durven gaan. Het is een liefdevolle, zich steeds vernieuwende ontmoeting met Iemand die het gelaat van een mens heeft: Jezus de Christus. Religieuzen moeten de ontmoeting aandurven hun leven met Hem te delen zoals Hij het met ons heeft gedeeld om ons op te nemen in zijn goddelijkheid. In die zin bevindt het religieuze leven zich in het hart van de Kerk en van de wereld. Religieuzen moeten verliefd zijn op de wereld, want hun leven is een remedie tegen neerslachtigheid, tegen angst, geweld en de drukkende onverschilligheid. Hun samenleven is een geprivilegieerde plek vol respect voor het mysterie van ieder mens. Ze moeten getuigen zijn van de waarheid en vrijheid, gepassioneerd door wat plaats heeft op de grens.
Kloosterleven beleven we niet voor onszelf maar voor de wereld, we zijn instrument van God om anderen nabij te zijn en hen te helpen God te vinden. Een mystieke houding is nodig, kijken geïnspireerd door de Geest, om zo dag na dag ja te zeggen tegen hetgeen de Heer van ons verwacht. We leven vanuit een verlangen om voorbij onszelf toe te treden tot Gods werk die zijn project van liefde onder de mensen wil realiseren. We zijn dienaars van het Woord dat mens is geworden. En de geloften bieden ons grote vrijheid en beschikbaarheid om die zending waar te maken. In vrijheid biedt Jezus ons de mogelijkheid Hem te volgen en Gods rijk aan te kondigen bijzonder aan de kwetsbaren, aangepast aan de situatie en de tijd waarin men leeft.
Het leven in gemeenschap is daarbij een groot geschenk. Het is de ervaring van een gemeenschappelijke roeping getekend door de verscheidenheid van karakter, van persoonlijke achtergrond, leeftijd en cultuur. Het veronderstelt dialoog en bereidheid tot deelname maar ook van gehoorzaamheid en vrijheid. De broederlijkheid die ons met elkaar verbindt en uitdrukking is van solidariteit is gericht op een evangelisch leven dat door gemeenschappelijk gebed wordt gevoed. Het is de plek waar we aan God de eerste plaats proberen te geven en we gehoorzaam worden aan zijn Geest via bekering en strijd. De gemeenschappelijke gebedstijden bieden de mogelijkheid tot persoonlijke groei daarbij voorrang gevend aan de uitnodigende God. Tegelijk is het een bescherming tegen een al te vrome verbeelding.
Voor sommigen onder ons bestaat de zending erin God in het bijzonder te begroeten in de allerarmsten. Het is een zorg voor elke orde of congregatie om via deze kwetsbaren het rijk van God te verkondigen. Je kan het samenvatten in één woord: broeder zijn en wel in concrete gemeenschap met een specifieke leefregel. Zo geven we antwoord aan onze roeping en ons levensideaal.
Welke betekenis heeft religieus leven? (Mark Butaye)
Op de vraag ‘welk zin het religieuze leven heeft’ bestaat geen echt antwoord. Voor een religieus is het niet zozeer van belang of je jong bent, maar wel of je open van geest bent en in gemeenschap kunt leven. Een echt antwoord op de zin van religieus leven bestaat niet los van jouw persoonlijk antwoord, het zou alleen maar een interessant antwoord zijn. Maar ik heb je een belangrijke vraag te stellen. Heb je al de spanning moeten doorstaan tussen van de ene kant een leven dat geënt is op de vragen en gedachten van mensen, op de evolutie en crisissen van de samenleving en anderzijds de afstand om de diepte van het leven te begroeten en in relatie te komen met Wie of Wat daarboven is? Heb je die spanning al ondervonden, ik bedoel niet de relatie daartussen? Kan je de moed opbrengen om hem of haar te zoeken die wij met het woord ‘God’ benoemen? Om dat zoeken met anderen te delen en de betekenis die zich dan opdringt in gemeenschap te beleven? Besef goed dat je een risico neemt indien …