Guido Verhaeghe
Zondag 19 mei
Broeder en Zusters, We hoorden daarnet dus een heel kort stukje uit de lange afscheidsrede van Jezus tijdens het Laatste Avondmaal. Judas heeft de zaal net verlaten..Het lijkt misschien eigenaardig dat we in deze Paastijd, in de verrijzenistijd dus, nogmaals worden geconfronteerd met zijn lijden en dood . En op dat moment zegt Jezus dan nog iets heel merkwaardigs : 'Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en God is verheerlijkt in Hem.' Met andere woorden: zijn komende lijden en dood maken integraal deel uit van de glorie van zijn verheerlijking. God heeft niet op zijn verrijzenis gewacht om Hem te verheerlijken, nee, die verheerlijking begint bij zijn lijden en dood. Dood en verrijzenis zijn onlosmakelijk met elkaar begonnen.
Het Laatste Avondmaal, het verraad en het weggaan van Judas betekenen een belangrijk scharniermoment in het Jezusverhaal, en dat zijn ook de woorden die Hij op dat moment spreekt. Hij zegt: 'Ik geef jullie een nieuw !gebod : gij moet elkaar liefhebben zoals Ik u heb liefgehad.' De liefde die Hij bedoelt is van een ander gehalte dan de liefde die mensen elkaar kunnen toedragen: het gaat niet om een gevoel of een verlangen, maar om een levenshouding die gebaseerd is op Jezus, dus elkaar liefhebben zoals Hij, zoals God ons liefheeft.
Het gebod van de naastenliefde was voor de Joden trouwens helemaal niet nieuw. In het boek Leviticus uit het Oude Testament staat letterlijk: 'Bemin uw naaste als uzelf' (19,18). Met die naaste wordt niet alleen de volksgenoot bedoeld, maar ook de vreemdeling.
Als Jood kende Jezus zeker deze tekst en ook nog andere waarin wordt opgeroepen tot naastenliefde die verder gaat dan liefde voor volksgenoten. Toch zegt Jezus volgens het evangelie van vandaag: ‘Een nieuw (!) gebod geef ik jullie.’ Het nieuwe zit 'm in de toevoeging: ‘Met de liefde die Ik voor jullie heb gehad, moeten jullie ook elkaar liefhebben.’ Die toevoeging wijst natuurlijk op het voorbeeld van Jezus zelf. Hij heeft op een nieuwe manier laten zien hoe Hij anderen liefheeft. Tevoren hadden profeten al gezegd dat de mensen hun naasten moeten liefhebben als zichzelf. Maar Jezus heeft zelf radicaal voorgeleefd, hoever je moet gaan, tot welke uiterste consequenties naastenliefde kan leiden.( met alle tegenkantingen, verraad, enz..
Maar de belangrijkste en de meest indrukwekkende uitstraling of heerlijkheid van Jezus is te zien op het moment, dat Hij met een rustige en waardige kracht zijn lijden en dood binnentreedt.
Deze heerlijkheid, lieve mensen, is niet iets wat voor Jezus alleen is weggelegd. In zijn hogepriesterlijk gebed zegt Jezus, dat Hij de heerlijkheid, die Hij van de Vader heeft ontvangen, ook aan zijn leerlingen heeft geschonken (Johannes 17, 22).Denk aan het verhaal van de apostelen die hun boten , netten ...alles achter lieten..
Diep in ieder van ons schijnt door ons doopsel en de andere sacramenten een hemels licht, huist een goddelijke kracht. Het is zaak dat licht kans te geven om te schijnen, om naar buiten te komen.
Ook op vandaag zijn er apostelen, leerlingen waar wij ons aan kunnen spiegelen zeker qua radicaliteit
Als je verhalen leest van grote geestelijke schrijvers leest, spreken zij allemaal over het belang van het leven in Gods tegenwoordigheid. Recent is een mooie biografie verschenen onder de titel " De weg van het hart". Het geestelijk testament van André Louf - Bruggeling-. Is een van de bekendste Westerse monniken van de 20ste eeuw. Hij was 18 als hij intrad in de trappistenabdij , waar hij ook de jongste abt is geworden gedurende meer dan 20 jaar ,waarna hij kluizenaar is geworden in Zuid Frankrijk. Dit prachtig boek beschrijft heel eerlijk de weg van het hart..de bergen en dalen, de worstelingen, de grote twijfels maar ook de diepte...Waar hij dus oproept tot een ontmoeting met Christus, geneesheer van ziel en lichaam, een soort "geestelijke geneeskunde" om de mens tot in zijn diepste lagen te genezen...Ik citeer 1 zin : "de diepste geheime lagen van het menselijk hart blijven onontgonnen zolang de mens de weg door de woestijn niet ten einde toe gegaan is. Pas daar , in de eenzaamheid en in zijn eigen hart , wordt de monnik broeder van alle mensen ...In het licht en heerlijkheid van Christus.. "
Wij moeten ons er bewust van zijn, dat God altijd in ons is, bij ons is. Hij hoort en ziet ons altijd. Niet als Iemand, die voortdurend ons doen en laten controleert, maar als een liefhebbende Vader, als onze beste Vriend. Met zijn wijsheid en kracht is Hij bij ons. Die gedachte kan ons in staat stellen grote dingen te doen, om groot in de liefde te zijn.
Dat is dan ook wat Jezus ons in het evangelie vraagt: Zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Wij moeten niet een beetje liefhebben, maar tot het uiterste willen gaan. Zo zal Gods licht weer in onze wereld gaan schijnen als wij bereid zijn aan onze liefde geen grenzen te stellen.
Over het doen van grote dingen ...Precies vijf jaar geleden werd de jezuïet Frans van der Lugt in Homs vermoord met twee kogels.. Een moderne apostel ... Denk even terug aan de oorlogstaferelen en grote menselijke ellende in Syrië. U herinnert zich misschien één van de laatste video's van de man waarin hij smeekt om voedselhulp voor de hongerlijdende burgerbevolking...Er is een boekje recent van hem verschenen met de titel " Wie ben jij , o liefde.." Frans was theoloog, psycholoog en psychotherapeut die heel veel werk gedaan heeft vooral bij jonge mensen in Syrië. Een getuige die hem aan het werk heeft gezien daar vele jaren zegt : "Een groot man is niet iemand in wiens nabijheid je je klein voelt, maar wel iemand die kleine mensen groot maakt.. " .
Ik geef jullie een nieuw gebod zie Christus... Ook voor mij kleine mens , is deze opdracht zwaar..
Ik wil uiteraard afsluiten met de getuigenis van een Dominicaan die ons misschien wel kan helpen om dit gebod dag aan dag waar te maken...
Gustavo Gutiérrez, 90 jarige dominicaan , uit Peru, heeft veel bijgedragen tot de bevrijdings -theologie, en schreef deze prachtige zin : " Ik werd er door de jaren heen , meer en meer van overtuigd dat in de evangelies één zaligspreking ontbreekt : zalig de koppigaards, de onverzettelijken, de vastbeslotenen, want zij zullen God zien. Ik weet wel dat onverzettelijkheid ook enerverend kan zijn , maar het leven van heiligen wordt erdoor gekenmerkt. Zij verankerden zich in hun geschiedenis, ze wilden de veldslagen van hun leven strijden..Ze lieten zich niet ontmoedigen, maar zeiden vastberaden : we zullen wel zien..; "
Ik wens u deze vasthoudendheid ....!