George De Vinck
Zondag 1 september
Op vandaag leven we in een tijd waarin eetcultuur centraal staat. De maaltijd is immers een moment, waarop familie,, vrienden of collega’s velerlei nieuwsjes .. met mekaar delen., het is een moment waar we mekaar vinden en tafelgenoten een inkijk gunnen van wat er in ons leeft. … Ook bij de Joden was de maaltijd een belangrijk maatschappelijk gegeven, dat gevierd werd in verbondenheid met God en de medemens.
Als een meester in de kleinkunst vertelt Jezus vandaag over een gênante tafelsituatie bij een Joods feest, waarbij sommige genodigden zich belangrijker achten dan een ander, en waarbij Hij het gesprek opengooit naar een levensbrede toepassing: ‘Wie zich verheft zal vernederd worden en wie zich vernedert zal verheven worden…’Hier hekelt Jezus onze hele samenleving, waarin bescheidenheid en weloverwogen eigen belang vaak mekaars tegenpolen zijn.
Dit evangelieverhaal roept ons op te streven naar een grondhouding van nederigheid in ons leven, naar een waarachtigheid, , naar het besef van onze afhankelijkheid van zoveel onvoorziene en ondefinieerbare factoren die ons leven bepalen en ja… ook van onze relatie tot de God van het leven. Een God, als een aanwezigheid, die ons als mens overstijgt.
De bescheidenheid die Jezus vooropstelt behoedt ons, een vals zelfbeeld te creëren, want dat leidt tot vervreemding, een gevoel waarbij je jezelf niet meer herkent, in je werk, in je familiale of sociale relatie.
Die nederigheid hoeven we niet te zien niet als een negatieve keuze , waarbij je jezelf vernedert,.. maar als een positief, maar accuraat bewustzijn van je zelf , met de juiste inschatting van je talenten en je zwaktes.
Zo leren we ons zelf bevrijden van ons ego…om echt vrije mensen te worden .
Dit verhaal leert ons dat echte nederigheid een kwaliteitslabel is, van ons menselijk relatiepatroon, dat het een eminente humane waarde is, maar ook een authentiek christelijke deugd. Het is een vrijheid, waarmee we met open handen tegen over God staan en zo van de Heer mogen leren dat Hij zachtmoedig en nederig van hart is… en ons aanvaardt, met al onze menselijke kwetsbaarheid.
En daar past dankbaarheid bij, dankbaar voor wie je bent, hoe je bent, wat je kan en wat je bereikt hebt… God zegt immers : ‘ Ga,.. jij… die mijn handen hebben geboetseerd, jij ..vrucht van mijn liefde. Ga verder met je eigen voetafdruk en je zult verheven zijn in mijn ogen, …je zult opklimmen in mijn genegenheid en liefde.
Dan zul je de voornaamste plaats niet innemen, ’ maar daar zijn waar je mensen gelukkig maakt…en dan sta je vanzelf waar je thuishoort, want de plaats …waar je lief hebt,..dat is immers jouw aangewezen plaats. En dan mag je plaats nemen aan die eretafel, die nood heeft aan jouw talenten.
En straks in het sacrale moment van de consecratie, mogen we meemaken, dat Jezus zich telkens opnieuw aan ons geeft , in dat gebroken brood en die gedeelde beker, en hoe Hij ons, ..uit pure, onversneden liefde, uitnodigt aan zijn tafel. Maar met een ongewone hint,. waarin de gratuïteit van zijn God weerklinkt,
spoort Jezus ons aan, om van onze feesttafel..van ons leven, geen beeld te maken van een getrapte samenleving, maar ons ook te laten raken door de gekwetste en hulpbehoevende mens, ook al kan die , het ons niet vergelden. Laten we dan van onze tafel een altaartafel maken, een plek waar wij; naar het voorbeeld van Jezus,, grootmoedig,, kunnen delen, ..een plek+ waar we beminnen en ..bemind worden,...waar we meewerken aan Gods droom met de wereld.
Laten we nu een moment luisteren naar fragment uit de prachtige hymne van Jesaja, waarin hij zich in dienst stelt van de armen, die God hem zendt .(zachte achtergrondmuziek begeleidt de tekst )
Ik de Heer van wind en vuur
Ik zend de armen en de lammen
Ik zal een feest voor hen aanrichten
Mijn handen zullen redden
Het fijnste brood zal ik voorzien
Maar wie zal ik zenden?
Hier ben ik Heer
Ben ik het,.. Heer?
Ik hoorde U roepen in de nacht
Ik zal gaan , .Heer
Als U me leidt
Zal ik Uw mensen in mijn hart dragen.