Ignace d'Hert
Zondag 6 oktober
“Geef ons meer geloof!”! Wat bedoelen die apostelen daar mee? Bedoelen ze : geef ons meer wilskracht om te geloven dat God in zijn voorzienigheid de geschiedenis leidt ? Dan blijkt hij toch niet opgewassen tegen al die mensen die de hele geschiedenis door dood en vernieling zaaien. Zelfs de natuurkrachten kan hij niet in bedwang houden. Aardbevingen, tsunami’s, hij is ze niet de baas. Ze verwoesten duizenden mensenlevens. “Geef ons meer geloof!” Betekent het: geef ons meer nederigheid om die onbegrijpelijke geloofspunten te aanvaarden die we vroeger hebben geleerd ? Over één God en toch drie personen? En over Jezus menselijk en goddelijk tegelijk? En Maria moeder en maagd. “Geef ons meer geloof”. Betekent het : geef ons meer volgzaamheid om gewoon te slikken hetgeen een of andere gestoorde theoloog uit zijn hoed getoverd heeft, zoals het voorgeborchte der hel als rustplaats voor ongedoopt gestorven kinderen, of dat vrouwen geen priester kunnen worden? Dan zeg ik : daar gaat geloven toch niet over. Geloof is geen intellectuele acrobatie. En het is ook geen abracadabra.
Wanneer de leerlingen vragen om meer geloof dan vragen ze iets anders. Ze vragen om bemoediging om trouw te zijn aan de levensweg in het spoor van Jezus. Geloven heeft alles te maken met het gaan van een weg, het is een proces, een leerschool waarin we gaandeweg ontdekken wat het leven van ons vraagt om ten volle mens te zijn. De grote uitdaging bestaat er in dat we leren omgaan met het leven als een grote beweging van komen en gaan, van ebbe en vloed, van duister en licht,. Het is de eindigheid aanvaarden.
Het is het leren omgaan met de paradoxen waar we tegen aan lopen van vreugde en verdriet, lief en leed, lust en last. In die ingewikkelde mengeling speelt het leven zich af. Het is aanvaarden dat leven niet mogelijk is zonder lijden en afscheid van geliefden. Het is open staan voor de verrassende ontmoeting van een nieuwe liefde. Geloven is zowel openheid voor zoveel schoonheid en goedheid als omgaan met de vele onoplosbare vragen van lijden en onrecht en oorlogen en natuurrampen, waar niemand antwoord op heeft. Geloven is “the courage to be”.
Het gaat er dus niet om te aanvaarden dat God bestaat, of dat ieder van ons een engelbewaarder heeft gekregen, of dat de paus onfeilbaar is. Het gaat om een grondhouding die ons leert het leven te aanvaarden, te ontvangen als een gave. En tegelijk oog te hebben voor de velen voor wie het leven helemaal geen zegen is. Voor wie enkel miserie kennen. Enkel afzien. Mensen die geen enkele positieve herinnering met zich meedragen aan hun jeugd, die gewoon in de steek zijn gelaten. Zonder ouderliefde, zonder ware vriendschap.
Geef ons meer geloof. Het betekent: leer ons zien dat we samen in éénzelfde wereld staan. Ik veronderstel dat velen onder ons vooral geluk hebben of gehad hebben in het leven. Je hebt een baan, hebt gestudeerd, er zijn de vrienden. Deze mensen worden uitgenodigd oog te hebben voor de medemensen voor wie dat niet het geval is. Dat wil het verhaal van die knechten duidelijk maken. Wie geluk heeft in het leven wordt uitgenodigd uit de eigen comfortzone te treden. Oog te hebben voor medemensen in nood.
Het besef van wat wij allemaal “om niet” gekregen hebben stemt dankbaar. Dankbaarheid vraagt om een eigen cultuur. Het is een levensstijl. Dankbaarheid is inderdaad een grondhouding van het leven. Dankbaarheid heeft alles met geloven te maken. Want het is je afhankelijkheid erkennen om hetgeen je zelf als gave ontvangen hebt. Alles wat ik heb, heb ik van een ander: gekregen. Dat maakt bescheiden en tegelijk gemotiveerd om positief in het leven te staan, om niet mee te heulen met de gemakkelijke cliché’s die mensen als etiket opgeplakt krijgen. Dankbaarheid kijkt scherp. Zij ziet de nood in de ogen van de medemens. Ze laat er zich door aanspreken en bewegen. Dat is de weg van het geloof. Een levensweg. Het is de ander die me aankijkt die in mij de kracht tot het goede wekt. Misschien is dat wel geloven: dat we tot dit inzicht komen.
Regelmatig hoor je zeggen: "Voor wat hoort wat! Je hebt niks voor niets!" Het is waar. Maar het is ook waar dat er veel vrijwillige inzet en belangeloze dienstbaarheid is van mensen die zoveel voor niks doen. Er is veel goede wil bij jongeren die gratis gehandicapten helpen, bij volwassenen die zich in inzetten voor ziekenbezoek of armenhulp, die een onderdak zoeken voor vluchtelingen, bij grootouders die hun kleinkinderen met een groot hart opvangen. Laten we uit dankbaarheid om wat we zelf gekregen hebben gul zijn voor wie minder fortuinlijk door het leven moet.
Ignace D’hert o.p.