Ignace d'Hert
Zondag 2 Februari
Met de viering van OLVrouw Lichtmis is definitief een punt gezet achter de kerstcyclus. De voorbije weken mochten we verschillende reacties meemaken op de geboorte van Jezus. Herders die engelen horen zingen, wijzen uit het oosten die een ster zijn gevolgd, koning Herodes die beeft van schrik omdat hij vreest voor zijn positie. Vandaag horen we de oude Simeon. Hij proclameert Jezus als een licht voor alle volkeren. We zijn voorbereid op het publieke optreden van Jezus. De eerste bouwstenen van de christelijke identiteit zijn gelegd. En ook vandaag is “identiteit” een sleutelbegrip. Hoe belangrijk vinden we onze politieke identiteit, culturele identiteit, religieuze identiteit?!
Maar. In elke viering van de voorbije weken hoorden we als eerste lezing ook de profeet Jesaja aan het woord. Acht eeuwen eerder al put Jesaja in zijn dagen hoop uit de geboorte van een kind. Het kind dat in zijn dagen geboren wordt moet het koningschap een nieuwe glans geven. De gelijkenis met Jezus’ geboorte is treffend. Het is duidelijk: de christelijke identiteit kan niet kan begrepen worden los van de joodse traditie die er aan voorafgaat. Jezus komt niet rechtstreeks uit de hemel. Jezus is een kind van joodse ouders. En hij wordt onderworpen aan de joodse voorschriften. Zo moet hij, als eerstgeboren zoon, aan God worden toegewijd. Het geldt voor Jezus zoals het geldt voor ieder joods mensenkind.
Jezus staat helemaal in de joodse traditie. Hij is en blijft jood vanaf zijn geboorte tot zijn dood. Hij heeft zich nooit buiten of boven de joodse traditie gesteld. Maar hij laat er zich niet in opsluiten. Hij er geen slaaf van. Hij heeft namelijk op een heel persoonlijke wijze de diepe inspiratie van die traditie hertaald. Hij heeft de geest van die wet bevrijd uit de kleinzielige uiterlijkheden waar het in zijn dagen vol van was. Hij gaat uit boven de letterknechterij en het fundamentalisme waar sommigen zoveel belang aan hechten. Jood zijnde, overstijgt Jezus tegelijk het joodse denkkader. Simeon voorvoelt het. De betekenis van Jezus heeft het vermogen, de capaciteit om ieder mens aan te spreken.
We weten uit zijn publiek optreden dat Jezus elke vorm van particularisme afwijst. Alsof wij de goeden zijn, de uitverkorenen, die mogen eisen dat anderen zich conformeren aan onze regels en gewoonten en gebruiken, zoals de joodse leiders aannamen. “Onze identiteit staat niet in vraag. Wij weten ons namelijk geruggensteund door het verleden”. Dergelijke identiteit beroept zich op stenen tafelen. Een identiteit als onveranderlijk gebeiteld tot in de eeuwigheid.
Wat Simeon voor ogen staat is van een heel andere orde. Hij sluit aan bij de traditie van Jesaja. Het is niet omdat ge u kunt beroepen op Abraham als voorvader dat ge u beter kunt achten dan iemand anders. Het is niet omdat ge een beroep kunt doen op de paus van Rome dat ge de waarheid in pacht hebt. Identiteit wordt gevaarlijk wanneer ze zweert bij afzondering of uitsluiting. De geschiedenis leert tot welke gruwelijke uitwassen dit kan leiden. Daaraan mag de herdenking vorige week van 75 jaar na Auschwitz Birkenau ons herinneren. Identiteit is geen blok graniet. Identiteit bouw je op door communicatie en uitwisseling, door te leren van elkaars visies en ervaringen, van andere inzichten en van nieuwe interpretaties. Identiteit is dynamisch. Zij is niet gebouwd op dogma’s of onfeilbare waarheden.
Een licht voor de naties onderstelt openheid en bereidheid tot dialoog. Er zijn daarvan stichtende voorbeelden in de loop van de geschiedenis. Wie ooit in Andalousië (Zuid Spanje) op reis is geweest heeft ongetwijfeld kennis genomen van de sfeer van wederzijds respect en van dialoog die bestond tussen christendom, jodendom en islam. In het Cordoba van de 12-13e eeuw gaven de katholieke koning Alfonso VII van Castilië, de joodse filosoof Maimonides en de moslim Averroes een voorbeeld van opvallende openheid en luisterbereidheid naar elkaars opvattingen.
Christelijke identiteit is geen ding. Geen statisch gegeven. Identiteit groeit uit interactie. De geloofsinspiratie die mensen uit hun traditie hebben meegekregen moet de dialoog aangaan met de steeds evoluerende tijdgeest. Christelijke identiteit is per definitie voorlopig. Zij leeft vooral van de volgehouden dialoog met alle mensen van goede wil zijn.