Ignace d'Hert
Zondag 9 augustus
Het verhaal van de storm op het meer is zeker van toepassing op de kerkelijke situatie in de 12e, 13e eeuw. De kerk beleeft een stormachtige tijd. Er is enerzijds de officiële kerk die niet bepaald uitblinkt door evangelisch leven. Anderzijds is er een grootscheepse zoektocht in tal van bewegingen, groepen en individuen die geen vrede hebben met deze rijke, zelfgenoegzame kerk. Het gaat om de ziel van het evangelie. Voor de officiële kerk is die gelegen in de onbetwistbare waarheid van de goddelijke openbaring. Deze is volgens haar neergelegd in de heilige Schrift en de nadere verklaring daarvan door de kerkelijke gezagsdragers. De grote meerderheid van het gelovige voetvolk begrijpt echter nauwelijks iets van de wereldvreemde theologische taal. Zij beseffen wél dat de ziel van het evangelie te vinden in de navolging van de arme en barmhartige Jezus. En daarvan vinden ze nauwelijks iets terug in het kerkinstituut.
De officiële kerk stelt de leer voorop. Daar wil ze geen vingerbreed van afwijken. Vanaf hun hoge paarden leggen gemijterde abten en monniken het echte geloof op als onbespreekbare waarheid. Blijkbaar ontgaat het hen dat veel gewone mensen niets anders willen dan het evangelie waar te maken in het dagelijkse leven.
Dominicus heeft begrepen dat alleen een oprechte dialoog vrucht kan dragen. Een echte dialoog onderstelt evenwel dat men elkaar in de ogen kijkt. Dat je op gelijke hoogte staat. Oog in oog. Daarom is de vorm van de prediking uiterst belangrijk. Dominicus heeft dat scherp gezien. Hij zal het evangelie verkondigen in het voetspoor van de apostelen: niet vanaf hoge paarden zoals de Benedictijnerabten, maar te voet en in armoede.
Dominicus probeert vooral te begrijpen wat de beweegreden is van die vele groepen die zich niet langer thuis voelen in de kerk. Hij is onder de indruk van de Katharenbeweging die hij op reis heeft leren kennen en die heel wat aanhang heeft in de Languedoc in Zuid Frankrijk. Ook de katharen van hun kant hebben die waardering gevoeld die Dominicus voor hen had, zozeer zelfs dat menige katharengroep dacht dat Dominicus zich bij hen zou voegen. Het is in elk geval een teken van zijn empathisch vermogen ten aanzien van zijn gesprekspartners. Bekend is het verhaal van Dominicus die op zijn tocht in Frankrijk toen hij in een herberg logeerde in gesprek geraakt met de herbergier die klaarblijkelijk kathaar was. De hele nacht hebben ze met elkaar gepraat.
Wat zich tussen beide mannen afspeelde is een prachtig voorbeeld van het belang van de dialoog als wezenlijk element van verkondiging. In Dominicus’ geest begint dialoog met een persoonlijke overtuiging. Dit vergt inzet, verdieping, persoonlijke verwerking. Maar hetgeen overwogen en bestudeerd werd, draagt maar vrucht wanneer het gedeeld wordt. Het delen van eigen inzichten met een ander brengt namelijk een nieuwe dynamiek op gang. Woord en wederwoord inspireren tot nuancering, zetten aan tot bedachtzaamheid. In deze wisselwerking ervaren we dat waarheid niet hetzelfde is als het poneren van het eigen gelijk. In de ontmoeting ervaren we elkaar als tochtgenoten op weg. Niet naar een eeuwig onbetwistbaar dogma, maar veeleer als een gedeelde zoektocht naar waarheid.
Waarheid is geen blok graniet dat uit de lucht valt. Waarheid komt tastend aan het licht. Waarheid licht op als voorlopig inzicht. Het besef van voorlopigheid danken we aan de ontmoeting in de dialoog. Het gesprek is de plek waar ik voor mezelf begrijp wat ik dacht begrepen te hebben. Het uitspreken verheldert mijn eigen inzichten voor mezelf. Daarbij is een gesprekspartner onontbeerlijk. Want hij/zij stelt me een vraag, reageert, kijkt verbaasd of ongelovig, en nodigt uit om nader te verklaren. Dan word ik inderdaad bedachtzamer, minder absoluut zeker van mijn waarheid. Thomas van Aquino, de grote Dominicaanse theoloog uit de 13e eeuw, de man die zoveel doorwrochte boeken heeft geproduceerd, schreef deze steeds in dialoog met een tegenstander die hij in gedachten had. Een tegenstander met wie hij een virtuele dialoog voerde. Zo bracht hij de mening van anderen ter sprake als wezenlijk element in zijn zoeken naar waarheid.
Dialoog vergt discipline. Het betekent: aandachtig luisteren en proberen binnen te treden in de gedachtewereld van je gesprekspartner en de waarheid bij de ander te erkennen en te respecteren. Dialoog vergt ook bereidheid tot spreken, helder en ongecomplexeerd, stevig in eenvoud en sterk door overtuiging, maar nooit arrogant of betweterig. En altijd bereid tot herziening en bijsturing.