Een nieuw begin na twaalf jaar
Marcus 5, 21-43
Marcus vertelt vandaag een dubbelverhaal. Het krijgt vaak de titel “De opwekking van de dochter van Jaïrus” en daardoor krijgt de genezing van de vrouw met bloedvloeiing minder aandacht. Maar misschien bevat het verhaal over de vrouw wel de sleutel om de boodschap van Marcus te begrijpen.
Jaïrus, de vader van het meisje dat op sterven ligt, is een overste van de synagoge. Hij is een man van aanzien, hij is zo wanhopig dat hij zich voor Jezus op de knieën werpt, maar hij durft Jezus toch vragen met hem mee te komen. De vrouw staat in de menigte, klein en machteloos. Heel haar vermogen heeft ze naar de heelmeesters gedragen en ze hebben de kwaal nog erger gemaakt. Ze is ten einde raad en beseft dat ze geen toekomst heeft, ze zal niet kunnen huwen en geen kinderen hebben. Ze is nederig, maar haar groot verlangen naar genezing drijft haar voort. Ondanks het gedrang slaagt ze erin het kleed van Jezus aan te raken.
Jezus wil de genezen vrouw ontmoeten. Hoewel de leerlingen zeggen dat het in die drukte een onbegonnen zaak is blijft Jezus om zich heen kijken tot de vrouw spontaan naar hem komt. Met haar aandoening had de vrouw elke aanraking moeten vermijden, ze heeft de regels overtreden. Marcus zegt dat ze hem de hele waarheid vertelt. Ze zal zeker verteld hebben hoe wanhopig ze was en hoe de aanraking van het kleed haar laatste hoop op redding was. Jezus wijst haar helemaal niet terecht, maar spreekt haar op een zeer intieme manier aan: “Dochter”. Hij neemt haar diep menselijk verlangen ernstig en wenst haar gezondheid en voorspoed. Ook in het huis van Jaïrus wil Jezus een echte ontmoeting, ver van de drukte en het gehuil van de professionele klaagzangers. Jezus neemt het meisje bij de hand en spreekt haar toe, alleen Petrus, de twee broers Jakobus en Johannes en de ouders zijn aanwezig. Met het Aramees “talitha koem!” geeft Marcus bijna een ooggetuigenverslag en hij vertelt er nog bij dat Jezus opdracht gaf het meisje eten te geven.
Het is opvallend hoe menselijk en bezorgd Jezus is. Hij kende zeker psalm 72 en beleefde die in zijn ontmoeting met de vrouw en het meisje:
Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept,
wie zwak is en geen helper heeft.
Hij ontfermt zich over weerlozen en armen,
wie arm is, redt hij het leven.
Jezus is geraakt door de nederigheid van de vrouw, maar ook door haar durf en haar hoop op genezing. Hij noemt deze houding geloof en zegt: “Je geloof heeft je gered; ga heen in vrede en wees gezond.” Het Griekse woord dat hier met ‘geloof’ vertaald werd, kan je evengoed vertalen met ‘vertrouwen’. Bij het woord ‘geloof’ denken we bijna onmiddellijk aan een reeks waarheden die we voor waar aannemen; ‘vertrouwen’ is dynamisch en relationeel. Vertrouwen wordt opgebouwd in een relatie en zet mensen aan tot handelen. Door een ontmoeting ga je iemand vertrouwen en uit deze band kan levenslange trouw groeien. Kinderen die veel vertrouwen kregen van hun ouders, staan zelf met vertrouwen in het leven. “Uit onze ontmoeting met Jezus hebben we geleerd dat je hem kan vertrouwen”, dat is de boodschap die Marcus met dit verhaal brengt.
Na twaalf jaar miserie is er weer toekomst voor de vrouw. Het twaalfjarige meisje kan de stap naar de volwassenheid zetten. Het dubbelverhaal toont hoe zelfs na twaalf jaar een nieuw begin mogelijk is. Marcus brengt deze boodschap in een vreugdevolle religieuze taal waarin ontmoeting de hoofdrol speelt.