Marcus 5, 21-43
Misschien kennen jullie deze uitdrukking van de dichter Vergilius: Tempus fugit irreparabile. Zelfs als jullie uw lessen Latijn hebben vergeten —of zelfs als jullie die nooit hebben gehad— is de betekenis van deze zin eenvoudig, vooral voor de Italianen in deze kerk : De tijd is aan het verglijden. Onherstelbaar. De tijd raakt op... De tijd vliegt. Elke minuut die voorbij gaat neemt iets weg van ons leven. Elke seconde brengt ons dichter bij onze dood, onze enige zekerheid hier op aarde. Deze dood waarvan we niets zeker weten...
Ja, de tijd raakt op. Geen weg terug mogelijk. Er is een soort “vloeibaarheid” van de tijd. Maar niet alleen van de tijd. Zygmunt Bauman —een Poolse socioloog— beschrijft onze westerse samenleving als vloeibaar ! We zouden in een postmoderne en vloeibare wereld leven, waar alles stroomt ! Alles is gelijk. Alles is toegestaan... De moderne samenleving smelt en wordt vloeibaar, volgens deze socioloog. We zijn geconfronteerd met het verdwijnen van solide structuren die de oude samenleving vormden, en steeds verder plaatsmaken voor processen die in beweging zijn. Efemeer. Vloeibaar. Dit resulteert in voortdurende onzekerheid en angst voor wat de toekomst brengt.
In het licht van zo’n realiteit, gaan we het Evangelie van Marcus bekijken ! Zo brengen we wat goed nieuws in ons leven . In dit verhaal hebben we twee vrouwelijke figuren van voor wie het leven bijna pure verspilling is... Het leven lijkt vloeibaar! Zonder solide structuur. Zonder hoop. Zonder geloof ! Er is zelfs geen medische hoop meer
De eerste vrouw in het evangelie heeft twaalf jaar aan bloedvloeiing geleden. Bloed, in bijbelse symboliek, is leven! Het is alsof deze vrouw 12 jaar van haar leven heeft verloren.
Deze vrouw is het symbool van een leven dat nergens heen gaat!
En zelfs haar geld —dat liquide middelen is!— wordt tevergeefs uitgegeven.
De tweede vrouw is twaalf jaar oud. Ze werd dus geboren op hetzelfde moment dat de andere vrouw begon te lijden. Deze tweede vrouw is ook veroordeeld tot een zinloos leven.
Ze is ziek en bedlegerig. Het leven lijkt te verdwijnen, te stromen als de tijd, zonder doel.
Wat leert het evangelie ons vandaag ? Het geloof alleen —naakt en eenvoudig— kan ons werkelijk verheffen ! Als je op de bodem van het gat zit, is een ontmoeting voldoende om geloof in ons te wekken. Zelfs als we niet in onszelf geloven, gelooft God in ons. Vanaf daar, is het herstel, opwekking mogelijk. Geloof is de laatste levensbron die we kunnen activeren als er niets meer is.
Dit is wat Jezus laat zien aan de dochter van Jaïrus en dat is de verrassend kern van het evangelie van vandaag: “Wees niet bang, maar blijf geloven”. De liturgische vertaling is weer verkeerd... Letterlijk, het is “Geloof alleen!”.
Het doel is niet in de eerste plaats te geloven in zichzelf, in de ander, in God in de Kerk,... Jezus zegt letterlijk : “Geloof... alleen!” Anders gezegd : Laat los. Begin met te geloven! Dit is wat leidt tot de opstanding van deze twee vrouwen. De kracht van het geloof is dus wat in ons overblijft... als er niets meer te geloven is. Geloof —zo wordt ons vandaag in het evangelie gezegd— is dus niet in de eerste plaats een inhoud. Het is allereerst niet iets waarin we moeten geloven. Het is een relatie van trouw. Geloof is een paradoxale hefboom die blijft, zelfs wanneer er niets meer te geloven is.
Dit is wat het Evangelie ons vandaag zegt.
Misschien kun je geen zin meer geven aan je leven?
Misschien heb je de vermoeidheid gezien van anderen —ouders, dokters, vrienden, broeders— die je probeerden te genezen ?
Misschien zie je het leven onherstelbaar vloeien?
Misschien zie je de energie van je leven verdwijnen?
Door een professionele mislukking of een scheiding.
En toch blijft er dit woord van Christus:
Geloof alleen... En je zult leven.
Geloof alleen... En jouw geloof zal je genezen.