Lezing: 2 Kon.4, 42-44: Zij zullen eten en overhouden
(Ef.4, 1-6: Eén lichaam, één Geest, één Heer)
(Joh.6, 1-15: Hij liet broden uitdelen zoveel men maar wilde)
Het is een tijd van economische crisis, ja voor sommigen is er zelfs te weinig te eten. Er zijn religieuze en culturele spanningen. Er heerst een mentaliteit waar roem en eigenbelang populair is.
Tegen zulke achtergrond speelt dit bijbelverhaal. Bovendien is bijna ‘Pesach’, het joodse paasfeest waarop de joden hun bevrijding uit slavernij herinneren en hun bevrijdende God vieren. Maar welke betekenis heeft dit feest middenin de crisistijd waarin ze nu leven? Is de geest van die bevrijdende God wel te ervaren in deze moeilijke tijden van crisis ?
Op deze vragen wil dit korte bijbelverhaal een antwoord bieden.
Alles begint met een ‘anoniem iemand’. Deze anonieme persoon komt weliswaar uit een dorp met de naam overduidelijke naam ‘Baal-Salisa’ ( =drievoudige afgod Baal), maar toch kiest deze persoon niet voor de egoïstische Baal-mentaliteit van zijn dorp. Bovendien gaat hij met zijn offergaven ook niet naar de corrupte tempelpriesters. Neen, deze persoon kiest doelbewust voor de groep rond de profeet Elisa. Aan hén biedt hij zijn bescheiden gerstebroden aan, dat brood van de armen, gebakken uit de eerste vruchten van de oogst.
De profeet Elisa begint dit geschenk onmiddellijk te verdelen onder zijn groep volgelingen. Zo is deze ‘man van God’ : gul, vrijgevig, bezorgd om het welzijn van iedereen.
Maar de herverdeling van Elisa lokt onbegrip uit: “Dit is veel te weinig voor 100 mensen!” De moedige mens die met zijn gerstebroden zo’n mooi begin heeft gemaakt, mist blijkbaar nog iets belangrijks: hij mist een oprecht geloof in solidariteit.
Dit diepe geloof, dit diep vertrouwen heeft de profeet Elisa wél. Elisa gelooft dat verdelen vermenigvuldigen kan worden. Daarom zegt hij : “ Eten! En overhouden !” En dan beleven die 100 mensen iets wonderlijks. Ze delen en houden nog over.
‘Eten én overhouden ‘ is in vele bijbelverhalen een teken is van goddelijke zegen: een tafel zonder schrokkers en zonder hongerlijders, een beeld van een messiaanse maaltijd. Zo’n beeld overtreft zelfs het verhaal over het manna dat in de woestijn gedeeld werd : daar was net genoeg voor iedereen. Nu is er meer dan genoeg, nu is er overvloed!
Bij Johannes horen we hetzelfde vertelpatroon ‘eten en overhouden’ maar dan in superlatieve vorm: Jezus verdeelt 5 broden en 2 vissen voor 5000 mensen, en zoveel manden overschot…
Jezus -net zoals de profeet Elisa en vele andere ‘mannen en vrouwen van God’ - durven vertrouwen op het woord dat de wereld al goed aan het worden is, of goed is. Wij hoeven alleen maar mee te doen. Wij mogen aansluiten bij mensen die deze houding van geven en delen al op gang brengen. Deze geest, deze dynamiek van gedeeld brood én woord van vertrouwen is te ervaren als overvloed , als een zegen.
Durven wij hierop vertrouwen? Kunnen wij dit ervaren? Ja, soms maken mensen zo’n wonder mee. Ik geef een voorbeeld.
In een stad willen enkele organisaties samen een vluchtelingengezin te begeleiden. Maar al vlug wordt duidelijk dat het gezin in een heel kwetsbare situatie zit : analfabeet, alleen Arabisch sprekend, 4 kinderen én een vader met een handicap. De kinderen hebben kinderarbeid gedaan en de meisjes konden niet naar school gedurende hun jarenlange verblijf in vluchtelingenkampen. Iemand zucht : “ Dat gaat moeilijk worden.” Bovendien gaat het OCMW 10 dagen dicht en mag de tolk niet ter plaatse komen wegens de corona-maatregelen. “
Drie vrouwen beginnen. Als vrijwilligers geven ze het beste van zichzelf : hun vrije tijd, hun organisatorische talenten, hun betrokkenheid, hun talenkennis, hun speels contact met de kinderen. De professionelen uit de organisaties ondersteunen. Maar hoe wonderlijk is de dynamiek waarin deze familie tijdelijk een duwtje in de rug krijgt. Wat een overvloed aan wederzijdse humor, wat een overvloed aan veerkracht. Kijk hoe de kinderen hun kansen nemen op school. Kijk welke talenten deze vluchtelingen aan onze samenleving te bieden hebben.
Gods aanstekelijke geest in de dynamiek tussen professionelen, vrijwilligers en vluchtelingen. Enthousiasme dat aanstekelijk werkt. Vertrouwen dat het rijk van het God dichterbij komt als vluchtelingen een veilige thuis vinden, maar ook als zij ons samenleven mee vorm geven en optillen.
Het Bijbelse perspectief op eten en drinken is een symbool van nieuw leven, waarin het niet alleen gaat om overleven, maar om overvloed aan kansen voor iedereen, zonder discriminatie. Zo nemen mensen deel aan een mysterie en een dynamiek die ons individuele bestaan overschrijdt en ons tot medemensen maakt. En altijd zijn er die beginnen: ‘Mannen en vrouwen van God’, ze zijn midden onder ons. Wij mogen aansluiten.