26ste Zondag door het jaar

Auteur: Jef Schoenaerts
Datum: 26-09-2021
Liturgische tijd: Door het jaar
Liturgische jaar: B
Jaar: 2020-2021

“In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest...” Bij de opening en de afsluitende zegen in de eucharistie, bij het groeten van het lichaam van een overledene en nog op zoveel andere momenten spreken we – bij het maken van een kruisteken - deze woorden uit.  

Die woorden op zich hebben we niet van onszelf, ze zijn ons door de traditie overgeleverd, ze zijn door generaties geproefd en geleefd en ze vinden hun oorsprong in het spreken en het handelen van Jezus zelf.

In de evangelielezing van  vandaag is dat spreken en handelen “in zijn naam” uitdrukkelijk aanwezig, twee keer zelfs.  De leerlingen gebruiken ze in een aanklacht tegen een man die – in hun ogen - het gezag van Jezus misbruikt.  Jezus gaat tegen de leerlingen in en tekent verder het pad uit waarbij terecht “in mijn naam” kan worden gesproken.

In de tekst lezen we daarover twee tegenstellingen.  

Er is de man die door de leerlingen wordt aangeklaagd omdat hij buiten de Jezusbeweging staat en toch steunt op de autoriteit van Jezus om demonen uit te drijven.    Merkwaardig genoeg slagen de  leerlingen, nochtans de intimi van Jezus, daar zelf niet in, zo lezen we in het vorige hoofdstuk van het evangelie.   Een vreemde tegenstelling toch…   

Tweede merkwaardige tegenstelling is dat de leerlingen de man resoluut een spreekverbod willen opleggen:” jij mag niet zo spreken en handelen want jij behoort niet tot onze groep!”    Jezus daarentegen geeft de man alle krediet: als hij in mijn naam spreekt, doet hij dat met heldere ogen, met zuivere bedoelingen, vanuit een kracht die groter is dan hemzelf.  

Waar komen deze tegenstellingen vandaan?...

De leerlingen zetten duidelijk zichzelf op het voorplan.   Ze zijn hierbij manifest “hardleers”: “Wie van ons is de belangrijkste?...” hoorden we hen vorige week nog vragen.   Maar er is meer: ondanks die traagheid van begrip over wat Jezus met zijn leven bedoelt, spreken ze exclusieven uit tegen wie niet tot hun groep behoort.   Ze werken voor eigen rekening en bepalen souverein wie erbij hoort  en wie niet: dié man niet want “…hij wilde zich niet bij ons aansluiten.”  Je vermoedt achter die uitspraak bijna woordelijk dat de leerlingen geprobeerd hebben hem in de Jezusbeweging in te lijven, in het ware geloof, het “onze” uiteraard.  Hij wou niet en dus verloor hij het recht om “in zijn naam” te spreken.  Exclusiviteit ten top!

Jezus gaat hier diametraal tegenin.  Het gaat hem hierbij niet om de prestatie, om de duiveluitdrijving op zich, om de man of vrouw die het wonder verricht.  Het gaat Jezus wél om de intentie waarmee men andere mensen tegemoet treedt én over de bron van waaruit men dit doet.   Demonen uitdrijven is voor Jezus geen krachttoer maar is een uitvloeisel van geraakt worden door de kwetsbaarheid, de vervreemding en het lijden van wie hij ontmoet.  Hij wordt door iemand geraakt en komt hem tot in zijn ziel bevrijdend nabij.   En dat alles doet hijzelf ook “in naam van…”.   Want telkens verwijst Jezus naar zijn vader, naar “hem die mij gezonden heeft”.   Het is de god die hij in de stilte van het bidden ontmoet, die door zijn optreden zijn gelaat laat zien en die hem inclusief doet handelen.

 

“In de naam van de  Vader en de Zoon en de Heilige Geest.”

Welke positie neem ik in als ik bewust en betrokken deze woorden uitspreek?  Ik heb het gevoel dat ik dan twee ogenschijnlijk tegengestelde bewegingen uitvoer. 

Ik zet vooreerst een stapje áchteruit: ik maak mijn eigen naam ondergeschikt aan die van iemand anders.  Ik spreek niet zozeer  vanuit míjn eigen belang en niet allereerst op eigen gezag.  Ik geef het heft uit handen en ben niet langer allesbepalend. 

En net door die beweging kan ik tegelijk een stapje vóóruit zetten.   Het plaatst mij in een positie waarin ik mij kan laten “vullen” door wat of wie groter is dan mijzelf.   En met die rijkdom die ik zo ontvang, ga ik naar de ander toe.   Daardoor kijk ik anders naar mensen rondom mij, inclusiever, met een andere intensiteit van mildheid en mededogen.  Daardoor draag ik mensen geen kwaad of fouten achterna, kan ik hen onbevooroordeeld tegemoet gaan. Daardoor kan ik voluit blij zijn met het goede dat mensen overkomt, kan ik dichtbij staan bij wat hen angstig of verdrietig maakt.

 

Spreken en handelen “in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest” is niet  vrijblijvend. Het is leven vanuit een mandaat, als zending van Godswege.   Leven “in de naam van” is leven zoals God zich dat voor mensen droomt. Zó leven is misschien ook de betekenis van die andere woorden die we vaak uitspreken: 'uw naam worde geheiligd'.

 

Preek van de week

Inschrijving

Indien u iedere week een voorstel van preektekst van een dominicaan of een lekendominicaan wilt ontvangen, vragen wij u om uw inschrijving te bevestigen door te klikken op de link. Wij danken u bij voorbaat voor uw interesse in ons initiatief.

Onze preken

  • Paaszondag

    Paaszondag

    Pasen is hét hoogfeest van het christendom. Jezus van Nazareth is niet in de dood gebleven. Hij is opgewekt ten Read More
  • Paaswake

    Paaswake

    Deze avond is een avond waarop je staat voor een grote keuze. Op het moment dat we overgaan van dood Read More
  • Witte Donderdag

    Witte Donderdag

    De lezingen van vandaag plaatsen ons samenzijn in een continuïteit van bijzondere orde. Drie verhalen en vertrouwde gebaren ballen verleden Read More
  • 1
  • 2