Toekomst voor de synodale weg ?
Hoe moet het verder met de kerkgemeenschap? We voelen meer dan ooit dat we voor een scheiding der wegen staan. De breuk met de nieuwe, jongere generaties is compleet. Dat roept allerlei vragen op. Is het wijs vast te houden, ondanks alles, aan de traditie of kunnen we beter radicaal nieuwe wegen uitproberen? De adventstijd daagt uit tot grondige reflectie. Hoe kunnen we ons instellen op de toekomst? Op wat komende is. Maar wat is komende?
De lezingen laten, merkwaardig genoeg, een gelijkaardige teneur horen. Ze lijken tegelijk het belang van de traditie recht te willen doen maar ook ruimte voor grondige vernieuwing te bepleiten. De eerste lezing is genomen uit het boek Baruch. Het geschrift stamt uit de tweede eeuw voor Christus. De hellenistische cultuur is dominant geworden in het hele Middellandse zeegebied. De joodse traditie staat onder zware druk. Hoe lang houden ze dit nog vol? De vertrouwde overtuigingen hebben het hard te verduren. Het trouw naleven van de Thora, de rituelen die het joodse leven omkaderen, de trouw aan de Ene God, de vreugde van de joodse feestdagen, het dreigt allemaal ondermijnd te geraken. De joodse identiteit houdt amper stand. Het kan echter niet ontkend worden: de nieuwe tijd vraagt om een nieuw élan.
Paulus is tegelijk trouwe joodse gelovige én poort naar een nieuwe episode die de joodse traditie open breekt vanuit haar eigen kernovertuiging. De liefde is de voltooiing van de wet. Zo heeft Jezus van Nazareth het beleefd. Tradities neigen onvermijdelijk naar enige behoudsgezindheid. Dat heeft Paulus aan den lijve ondervonden in zijn contacten met de toonaangevende figuren in Jeruzalem. Het Jezusverhaal mag echter niet verkommeren onder de druk van wetten en reglementen. De levensstijl van Jezus is de norm waar Paulus het nieuwe leven aan vastknoopt. Zo lezen we het in de brief aan de christenen van Filippi omstreeks 50.
Het evangelie van Lucas betekent in zekere zin een synthese. Zijn geschrift richt zich tot een gemeenschap waarvan zowel joodse als niet joodse mensen deel uitmaken. Zowel de profetische stem van de joodse traditie die gestalte krijgt in de figuur van Johannes de doper als de nieuwe wereld van de liefde die Jezus in praktijk brengt liggen aan de basis van zijn evangelie. Hij ziet het als een opdracht van de kerk om deze synthese te realiseren. Traditie én voortdurende vernieuwing horen samen.
De synodale weg die de kerk vandaag wil gaan kan een opportuniteit zijn. Het is een kans voor de kerkgemeenschap te laten zien dat ze inderdaad de vinger aan de pols van de huidige tijd houdt. Dat trouw aan de traditie en voortdurende vernieuwing geen tegenstrijdigheid betekenen. Integendeel. Dan moeten er wel enkele zaken grondig bijgestuurd worden. Het onbegrijpelijk achterna hinken van de kerkelijke regels en voorschriften op de algemeen erkende verklaring van de rechten van de mens en de nieuwe inzichten die terzake algemeen aanvaard worden, is niet langer redelijk. Ik noem enkele voorbeelden. Wil de kerkelijke organisatie geloofwaardig overkomen, dan dient ze zich te conformeren aan het principe van de scheiding der machten. Zoals het reeds lang geldt in het seculier recht dienen ook in de kerk wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht gescheiden te worden. Verder dient de gelijkheid en de gelijkwaardigheid van man en vrouw op alle vlakken, ook wat de ambten betreft, erkend te worden. Vasthouden aan achterhaalde tradities als vrucht van zogeheten goddelijke openbaring is dwaas en onrechtvaardig. Ten slotte is er het ergerlijk archaïsch karakter van de liturgische taal. Enige herwerking in “menselijke” taal zou zeker niet misplaatst zijn.
Tegelijk dient de plaats van Jezus, beleden als de Christus, centraal te staan in het leven en de liturgische vieringen van de kerkgemeenschap. Jezus is geen schimmige figuur uit een ontoegankelijk verleden. Lucas spant zich in om heel duidelijk een historisch kader te creëren waarin Jezus een centrale plaats krijgt toebedeeld. Het is juist dat zijn beschrijving van dat kader geenszins beantwoordt aan de normen van wat wij heden ten dage “betrouwbare geschiedschrijving” noemen. Zijn intentie is evenwel duidelijk om Jezus als historische figuur voor te stellen. Geen fantasie, geen halfgod, maar mens ten voeten uit. Zijn levensverhaal is een blijvende bron van inspiratie voor wie in zijn voetspoor wil treden. Hij is de gastheer die ons blijft uitnodigen aan zijn tafel als bondgenoten en lotgenoten.