Het eerste teken
Veel teksten uit de Bijbel verwijzen naar elkaar of bevatten gelijkaardige beelden. Hierdoor gaan teksten resoneren. “Op de derde dag” doet een belletje rinkelen. In Genesis lezen we dat God op de derde dag het water onder de hemel naar één plaats liet stromen, zodat er droog land verscheen en er overal op aarde jong groen ontkiemde. Pasen is ook de derde dag. Op de derde dag gebeuren in Kana belangrijke dingen: Jezus maakt er een begin met de tekenen. Johannes noemt de mirakels van Jezus tekenen. Zoals een wegwijzer wijst een teken naar iets of iemand voorbij het teken. De tekenen die Jezus doet verwijzen naar Hem, naar wie Hij is en wie Hij wil zijn voor wie in Hem gelooft. Laten we daarom het verhaal als teken beluisteren.
Jezus is samen met zijn moeder en zijn leerlingen uitgenodigd op een bruiloft te Kana in Galilea. Over de bruid horen we niets en de bruidegom komt maar zijdelings ter sprake. Over de feestvreugde op het bruiloftsfeest horen we ook niet veel. Het verhaal begint op een crisismoment. De wijn raakt op en dat is pijnlijk. Het feestmaal in Kana was zeker goed voorbereid en nu loopt er toch iets mis. We kennen allemaal dit soort ervaringen; het had zo mooi kunnen zijn en dan gaat het ineens de verkeerde kant op. De bezorgdheid van Maria raakt ons, zij zoekt een oplossing voor het mislukken van het feest. Jezus regeert eigenaardig en eigenlijk grof. Hij lijkt hier niet op de meevoelende man die we kennen uit de eerste drie evangeliën. Johannes wil geen feitelijk gesprek tussen moeder en zoon weergeven, hij wil bij het begin van het openbare leven van Jezus reeds zijn theologische visie brengen. Jezus’ dood aan het kruis is zijn ultieme verheerlijking en daarom zegt Jezus: “Vrouw, wat wilt u van Me? Mijn tijd is nog niet gekomen.” Toch zal Jezus een teken geven, maar het is nog maar het eerste.
De zes stenen watervaten krijgen veel aandacht. Johannes legt uit dat ze voor het Joodse reinigingsritueel dienen. De stenen kruiken kunnen de Wet van Mozes, geschreven op stenen tafelen, verbeelden. Bij Matteüs zegt Jezus: “Ik ben niet gekomen om de Wet af te breken, maar om hem tot volle betekenis te brengen.” Het getal zes zou dan kunnen betekenen dat er nog één stap te zetten is tot het volmaakte aantal zeven.
Als Johannes zijn theologische duiding heeft gegeven, doet Jezus wat zijn moeder hem vroeg. Een opvallend detail is dat de kruiken tot de rand gevuld worden, een teken van overvloed. Je denkt hier bijna spontaan aan het visioen van Jesaja 25, 6:
Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten
voor alle volken een feestmaal aan:
uitgelezen gerechten en belegen wijnen,
een feestmaal rijk aan merg en vet,
met pure, rijpe wijnen.
In dit eerste teken van Jezus zit een programmaverklaring: Jezus biedt het volle leven aan. Door actief deel te nemen aan een bruiloftsfeest toont Jezus dat Hij van het leven, van de liefde en van de vreugde houdt. Johannes zal dit nog verder uitwerken met het beeld van de wijnstok en de ranken. Na het aandringen van Maria heeft Jezus ervoor gezorgd dat het feest in Kana onbezorgd kan verdergaan.
Toch blijft het verhaal eigenaardig. Niemand lijkt te beseffen wat er echt gebeurd is. De bedienden weten het wel, maar blijven onberoerd. De tafelmeester reageert korzelig. Hij had waarschijnlijk gemerkt dat er te weinig wijn was en ineens komt daar dan de beste wijn tevoorschijn. Het teken heeft geen reacties teweeg gebracht bij de feestvierders. De enigen die het teken begrepen hebben, zijn de leerlingen. In de dagen vóór de bruiloft te Kana, had Jezus hen geroepen om Hem te volgen. Sommigen waren volgelingen van Johannes de Doper. Zij vertrouwden reeds op Jezus en vanuit dat vertrouwen begrepen ze het teken van Kana, hun geloof werd dieper. Alleen bij de leerlingen die reeds op weg waren met Jezus, heeft het teken gewerkt. Dit op weg zijn horen we ook in de slotzin: “Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen.”