Doopsel van de Heer

Auteur: Anton-Marie Milh
Datum: 02-01-2022
Liturgische tijd: Kersttijd
Liturgische jaar: C
Jaar: 2021-2022
Lezingen: Lc

Beste zusters en broeders,

Een beeld: Op wandel in het park geven mama en papa hun kinderen een zetje richting de speeltuin. Vol verlangen hebben ze zich al omgedraaid richting de cafetaria, waar een goeie trappist of een warme wafel op hen wacht. Dat is echter buiten de waard gerekend: achter hen horen ze al gejengel opstijgen omdat broer en zus elkaar in de haren zijn gevlogen. “Potverdekke, ’t is al van dat!” Een ander beeld: Een notoir agressieve voetbalspeler – dat kan dus geen speler van KV Mechelen zijn – betreedt het veld. Twee minuten later al wordt iemand van de andere ploeg op een brancard afgevoerd. “’t Is al van dat!” Een laatste beeld: De pater begint op een verdacht vriendelijke toon zijn preek. Aangekomen bij de tweede alinea van zijn tekst gaat het al over de verwarmingsketel van de kerk die toch eens dringend moet worden vervangen, de biechtstoelen die uit elkaar vallen; en tochten dat het hier doet, lieve mensen! Je ziet de gelovigen denken: “’t Is al van dat!”, en de ijverigsten tasten reeds naar enkele muntstukken.

“’t Is al van dat!” Een soortgelijke gedachte moet de drie wijzen zijn overvallen tijdens hun audiëntie bij Herodes, een vorst met geen al te beste reputatie. Na een verhoor over het precieze tijdstip waarop de ster aan hen verschenen was, droeg hij hen het volgende op: “Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.” Ze moeten dus de kastanjes voor hem uit het vuur halen. Het kind van wie sprake is in de Schrift is nog maar geboren, of de machthebbers van deze wereld maken zich al ongerust; het ligt nog aan de moederborst, en reeds worden mensen verhoord, onderzoeken ingesteld, wordt er gelogen en geweld voorbereid. De kribbe draagt in zich reeds de kiem van het kruis. Voor Jezus zal het ditmaal nog goed aflopen, voor de onschuldige kinderen van Bethlehem daarentegen niet.

“Het-is-al-van-dat”, een zin die ook anders kan worden begrepen. Het is zover. Het is begonnen, aangebroken. De langverwachte is er. We hadden Hem niet in onze tijd verwacht, maar Hij is het, onmiskenbaar. Vandaag openbaart de HEER zich aan ons. Het Evangelie toont ons twee reacties op die komst. Enerzijds is er Herodes, hoog op zijn troon in Jeruzalem, die het radicaal nieuwe meteen ziet als een bedreiging voor de oude macht die hij vertegenwoordigt. Zijn houding is tegengesteld aan de houding van diegene die het Rijk Gods heeft gevonden, zoals deze verderop in het Evangelie door Jezus wordt omschreven. Wie de aller kostbaarste parel heeft gevonden, verkoopt alles wat hij heeft, om net die parel te kunnen kopen. Herodes niet. Hij weet wie er zonet geboren is, hij heeft de hogepriesters en de Schriftgeleerden bij elkaar geroepen en hen geraadpleegd. Maar hij gaat de pasgeboren Vredevorst niet zelf tegemoet. Nee, liever stuurt hij er enkele vreemdelingen op af, van wie hij denkt dat ze zo naïef zullen zijn om zijn spelletje mee te spelen.

Aan de andere kant zijn er de wijzen. Hoe lang hebben zij wel niet de hemelen afgetuurd naar een teken? En toen dit teken er eindelijk was, hebben zij huis en haard verlaten. Natuurlijk waren ook zij verrast, ze hadden hun boterhammen nog niet gesmeerd en hadden ongetwijfeld heel wat afspraken staan in hun agenda voor de volgende week. Maar dit heeft hen niet belet. Nu is de tijd, niet treuzelen. Hij openbaart zich, hij staat voor de deur en klopt aan. Zalig diegene die opendoet. Zalig diegene die al zijn parels verkoopt, om die ene kostbare parel te kopen. Zalig diegene die leeft in de verwachting van het Rijk Gods, dat in Jezus, dat weerloze kind in een voederbak, is aangebroken.

Beste zusters en broeders, het Evangelie van vandaag roept ons op de houding aan te nemen van de wijzen. Een houding van verwachting, van openheid voor het onbekende-bekende dat zich op elk moment kan aandienen. De houding van de wijzen die wezenlijk dezelfde is als die van de kinderen die later tot Jezus zullen komen. Een en al ontvankelijkheid voor het Rijk Gods. Deze gedachte heeft Johan Daisne treffend uitgedrukt in een gedicht, dat meteen mijn nieuwjaarswens is aan u allen:

Het grootste wonder van dit leven is,
dat op elk ogenblik het kan gebeuren:
het wonder, straks en thans nog ongewis,
maar dra en plots kunnen de wolken scheuren!

Men moet het als een kind weer kunnen zien,
het kind dat elke wijze weer moet worden:
‘nooit’ is een tijd die niet bestaat; ‘misschien’
het eeuwige beginsel onzer orde.

Misschien dat straks de zonneschepen lande,
misschien dat eensklaps dit zieke hoofd geneest.
Misschien dat morgen weder deze handen
een hart ontvangen en een lieve leest.

Laat ons dan lijden, bloeden, eenzaam brullen,
maar nooit versagen in het eerlijk spel:
elk ogenblik kan ’t wonder zich onthullen -
demain c’est l’éternel!

 
Preek van de week

Inschrijving

Indien u iedere week een voorstel van preektekst van een dominicaan of een lekendominicaan wilt ontvangen, vragen wij u om uw inschrijving te bevestigen door te klikken op de link. Wij danken u bij voorbaat voor uw interesse in ons initiatief.

Onze preken

  • Paaszondag

    Paaszondag

    Pasen is hét hoogfeest van het christendom. Jezus van Nazareth is niet in de dood gebleven. Hij is opgewekt ten Read More
  • Paaswake

    Paaswake

    Deze avond is een avond waarop je staat voor een grote keuze. Op het moment dat we overgaan van dood Read More
  • Witte Donderdag

    Witte Donderdag

    De lezingen van vandaag plaatsen ons samenzijn in een continuïteit van bijzondere orde. Drie verhalen en vertrouwde gebaren ballen verleden Read More
  • 1
  • 2