Kerstmis in coronatijden. Het oogt zo zielig. Zo triest. Er was geen familieliturgie gisteravond, geen gelegenheid om de kinderen extra bij het kerstgebeuren te betrekken. Het is niet wat we gehoopt hadden. Straks schuiven we aan voor de kerstmaaltijd, zij het in beperkte kring, en met een beetje een ingehouden adem.
Het heeft natuurlijk ook iets van een leerschool. De kommerloze sfeer waarin we zo lang hebben geleefd is voorbij. Nu worden we met de neus op de feiten geduwd. Op de onvoorspelbaarheid van de toekomst. En tevens op onze beperkingen, ons onvermogen om daarop in te grijpen. Misschien helpt het ons ook om het kerstgebeuren op een meer realistische manier te vieren. Scherper bewust van de vele gezichten van de werkelijkheid. Lief en leed, vreugde en verdriet, het komt allemaal zo veel dichter bij.
Kerstmis nodigt uit stil te staan bij de geboorte van een kind. Dat kind, eenmaal volwassen geworden, wijst een spoor in onze wereld. Een spoor van menselijke nabijheid en mededogen. Dàt in deze coronatijd waar maken vergt een bijzondere creativiteit. Juist in deze situatie dreigt vereenzaming mensen te treffen terwijl ze toch zo uitzien naar wat licht in hun duisternis.
Misschien is het ook wel zoiets geweest in het begin toen de beweging rond Jezus gestalte begon te krijgen. “Enkele mensen, joden, kwamen in contact met Jezus van Nazareth. Ze raakten door hem gefascineerd en ze bleven bij hem. Door deze ontmoeting (…) kreeg hun leven nieuwe zin en betekenis.” (E. Schillebeeckx). Mensen die elkaar vinden, elkaar ontmoeten. We beseffen hoe belangrijk het is. Dat mogen we vandaag zeggen, dat Jezus zo iemand was. Iemand die mensen helpt geloven in zichzelf. Die hen het besef geeft: ik mag er zijn, met mijn talenten en kwaliteiten. En ook met mijn behoeften en vervelende kanten.
De warmste week had het er ook over: mogen zijn wie je bent. Dat besef: dat geeft kracht, het helpt je vooruit. Meer nog: je beseft dat je ook zelf iets kunt betekenen voor een ander. Dat is toch prachtig. Beseffen dat je kunt bijdragen aan het algemeen welzijn. Dat jij helpt de wereld een beetje beter te maken. Hoe klein ook. Het maakt een verschil. Al die kleine lichtjes samen: het is niet alleen een prachtig versierde kerstboom. Het is de hoop die niet opgeeft. Tegen alle doemdenken in blijven zeggen :”wir schaffen das”, ook al weten we vandaag niet hoe dat concreet moet of kan, maar die richting willen we aanhouden. Dergelijke mensen zijn een godsgeschenk. Zij laten ons beter begrijpen wat het begrip “God” betekent.
Dat zeggen we ook met kerstmis: God is mens geworden. Dat is in geen geval letterlijk bedoeld. Het gaat niet om een spektakelstuk over een goddelijk wezen dat naar beneden is gekomen vermomd als baby. God is mens geworden: dat is geen dogma. Dat is de uitroep van vreugde dat er mensen bestaan die ons helpen begrijpen wat “God” betekent. Wie God is. Jezus was zo iemand. Zoals mensen over hun geliefde kunnen uitroepen: “jij bent mijn hartendief”: dat is geen signaal aan de politie dat ze de dief moeten vatten en ook niet aan de cardioloog dat er een medisch probleem ontstaan is. En toch is het waar! Het is de uitdrukking van een intense ervaring die gelukkig maakt. In die zin geldt de uitspraak “God is mens geworden” voor Jezus.
Dat wil helemaal niet zeggen dat Jezus andere belangrijke figuren minder belangrijk maakt of overbodig. Hij maakt Mozes niet overbodig. Hij maakt zijn eigen ouders Jozef en Maria die hem hebben opgevoed niet overbodig, en Johannes de doper bij wie hij in de leer is geweest, en de zovele anderen die in zijn geest hebben geleefd. Binnen en buiten de kerk. Paulus en Dominicus en paus Franciscus. “God is mens geworden”: dat is de uitdrukking van wat mensen in Jezus ervaren hebben, maar ook in die vele anderen die door dezelfde geest gedreven waren. Dit spoor gaat door tot op vandaag. Dat heeft bisschop Augustinus in de 5e eeuw op zijn manier uitgedrukt: “Als Christus duizend maal geboren zou zijn in de stal, maar niet in ons hart, dan was zijn geboorte overbodig”. Wij kunnen die weg verder zetten. De hoop levend houden.