Paasdag

Auteur: Anton Milh
Datum: 17-04-2022
Liturgische tijd: Paastriduum
Liturgische jaar: C
Jaar: 2021-2022
Lezingen: Hand.10.34a.37-43 * Kol.3, 1-4 * Joh.20, 1-9

 

Beste broeders en zusters,

Elk woord in de heilige Schrift kan onverwachts binnenkomen als een woord van genade. Daarom wil ik u aanmoedigen om bij uw persoonlijke Bijbellezing niet enkel stil te staan bij de grote verhaallijnen, maar ook bij woorden of formuleringen die ogenschijnlijk zonder al te veel belang zijn. Misschien zeggen ze ons op het eerste zicht niet veel, maar door verdere meditatie of studie, of door bepaalde gebeurtenissen in ons eigen leven, kunnen ze plots een andere, verdiepte betekenis krijgen. Neem nu de beschrijving van wat de twee discipelen zien die na Maria Magdalena bij het graf aankomen. De eerste – de jongste en dus de snelste – durft het graf niet te betreden, maar werpt toch een blik en ziet er de linnen doeken liggen die het lichaam van Jezus hadden omwikkeld. Petrus – ouder en trager, maar ook een stoere visser – durft wel binnen te gaan, ziet eveneens de doeken liggen, “maar ook hoe de doek die het hoofd van Jezus had bedekt, niet bij de andere doeken lag: hij was opgerold en lag helemaal apart.” Is deze zakelijke beschrijving, als van een plaats delict, slechts een detail? Nee. De kerkvaders en de middeleeuwse theologen gaan aan deze passage niet voorbij, maar becommentariëren deze expliciet.

Zo schrijft Johannes Chrysostomus dat het een extra bewijs aanlevert voor de echtheid van de Verrijzenis. Dieven die ’s nachts met het lijk van Jezus aan de haal zouden zijn gegaan, zouden zich immers niet de moeite hebben getroost dit eerst te ontdoen van alle zwachtels, laat staan de zweetdoek die het gelaat bedekte zorgvuldig op te rollen. Maar er is meer. Vooreerst maakt de ‘hoofddoek’ ons attent op Christus’ goddelijke natuur. Thomas van Aquino wijst op de bijzondere positie ervan, “deze was opgerold en lag helemaal apart”. Het hoofd is het epicentrum van het lichaam, zonder ons hoofd zijn we ‘als een kip zonder kop’, misschien nog in staat tot een spastische beweging, maar zonder beschikking over onze geestelijke vermogens. Daarom ook gebruikt Paulus de verhouding hoofd-lichaam om de verhouding tussen Christus en zijn kerk te illustreren: Hij is het hoofd, diegene die het lichaam dat wij samen vormen bestuurt, leidt en doordringt. Hij is het hoofd, omdat Hij meer is dan wij, mensen, Hij is God. Het hoofd wijst op Christus’ goddelijkheid, op zijn goddelijke natuur. Thomas stelt dat het oprollen van de hoofddoek, als ware het een papyrusrol, deze aan beide uiteinden het uitzicht geeft van een spiraal, zonder begin en zonder einde, net zoals God zonder begin en zonder einde is. Chrysostomus en Thomas helpen ons zo om de vaak gehoorde misvatting te vermijden dat Jezus louter een voorbeeld is van moreel hoogstaand leven, niet minder, maar zeker ook niet meer. Want waarom zou Hij dan nog verrezen zijn?

Christus’ goddelijke natuur geeft ons inzicht in het mysterie van de Verrijzenis. Maar het is de menselijke natuur die Hij op zich heeft genomen die concreet iets voor ons als mensen verandert: nu zijn wij allen bestemd tot de Verrijzenis. Christus heeft zijn menselijke natuur als een offer opgedragen, om voor ons een nieuw leven-tot-Verrijzenis mogelijk te maken. ‘Offer’ zal sommigen misschien oubollig in de oren klinken, of zelfs barbaars. Men kan nochtans de Bijbelpassages over de Verrijzenis niet begrijpen zonder de oudtestamentische offertheologie. In het boek Leviticus wordt beschreven hoe de hogepriester Aäron, wanneer hij het heiligdom binnengaat om de voorgeschreven offers te voltrekken, zich moet kleden met linnen gewaden, die hij weer moet afleggen eenmaal het offer voltrokken. De gelijkenis met het Johannesevangelie is niet toevallig. Christus, onze hogepriester, werd met linnen omkleed bij het voltrekken van het hoogste offer, de gave van zijn eigen leven tot onze verlossing uit de zonde. Dit is echter geen offer dat slechts onze achterstallige schulden afbetaalt. Jezus verrijst. Zijn offer oriënteert ons op een nieuw leven, een leven “door Hem, en met Hem en in Hem”, zoals de priester zegt aan het einde van het eucharistisch gebed, of zoals het luidt in de brief van Paulus aan de Kolossenzen: “Christus, die uw leven is”. Elke viering van de Verrijzenis, jaarlijks met Pasen, of wekelijks of zelfs dagelijks in de eucharistie, nodigt ons uit om te overwegen hoe wij als christenen niet zozeer leven met de Verrezen Christus, maar wel hoe de Verrezen Christus in ons leeft. Zoek dus niet naar waar men zijn lichaam zou hebben neergelegd, maar leg de oude, zondige mens af en bekleed u met de nieuwe mens, bekleed u met Christus’ Verrijzenis. Amen.

 

Preek van de week

Inschrijving

Indien u iedere week een voorstel van preektekst van een dominicaan of een lekendominicaan wilt ontvangen, vragen wij u om uw inschrijving te bevestigen door te klikken op de link. Wij danken u bij voorbaat voor uw interesse in ons initiatief.

Onze preken

  • Paaszondag

    Paaszondag

    Pasen is hét hoogfeest van het christendom. Jezus van Nazareth is niet in de dood gebleven. Hij is opgewekt ten Read More
  • Paaswake

    Paaswake

    Deze avond is een avond waarop je staat voor een grote keuze. Op het moment dat we overgaan van dood Read More
  • Witte Donderdag

    Witte Donderdag

    De lezingen van vandaag plaatsen ons samenzijn in een continuïteit van bijzondere orde. Drie verhalen en vertrouwde gebaren ballen verleden Read More
  • 1
  • 2