Dat pasen, hemelvaart en pinksteren als feesten bij elkaar horen, weten wij. Trouwens, in de eerste ‘christelijke’ gemeenschappen werden ze als één feest gevierd. Pas later zijn het drie feestdagen geworden. Het gaat om één geloof: Jezus Christus is verrezen. Hij leeft en werkt voort bij alle mensen die zich hem herinneren en hem willen volgen. We hoorden dat de apostelen die Jezus nastaren, door twee mannen in het wit tot de werkelijkheid worden teruggeroepen: 'Kijk niet naar boven en blijf niet enkel stilstaan bij het verleden; nu is het aan jullie om Jezus' werk voort te zetten.' Ze hebben het begrepen, en door de Geest gedreven zijn zij en zovele generaties christenen na hen aan de slag gegaan. Ook wij vandaag worden opgeroepen die uitdaging te beantwoorden, daarbij gesteund door de kracht van de Heilige Geest. Dat is – misschien een beetje te hoekig gezegd en te vlug samengevat – de betekenis van het Hemelvaartsfeest.
De eerste lezing en het evangelie zijn beide door Lucas geschreven. Hij vertelt de Hemelvaart van Jezus op twee verschillende manieren. Maar dat is nu niet zo belangrijk. Wat mij in dat mooie verhaal altijd heel sterk getroffen heeft, is dat degenen die achterblijven, met een dubbel gevoel zitten: aan de ene kant een enorm verdriet om verlies, een diepe rouw omwille van afscheid, en aan de andere kant het inzicht dat ‘men er nu zélf het beste van moet maken’. Dat is een ervaring die velen van ons hebben bij de dood van onze ouders of van onze partner, of bij het afscheid van wie ons leven diepgaand heeft beïnvloed. Spontaan gaan we verdriet en rouw niet in verband brengen met het feest van Ons-Heer-Hemelvaart. Meestal hebben wij op die feestdag, midden in de lente, mooi weer, we genieten volop van het verlengde weekend, zeker nu, na die lange Covid-toestand. Daar is natuurlijk niets mis mee. Integendeel. Maar dat neemt niet weg dat elk van ons verlieservaringen met zich blijft meedragen. En die blijven pijn doen, maar ze hoeven niet louter in-triestig te zijn. Bij hemelvaart zijn ze dat ook niet. Er is daar ook de vreugde van de leerlingen die erkentelijk en dankbaar zijn.
Dat dubbele gevoel waarover ik het heb, heb ik sterk ervaren bij het lezen van het doodsprentje van een overleden hoogbejaarde moeder, sinds lang weduwe. Zoals dat dikwijls gebeurt in een gezin had één van de kinderen in overleg en in naam van hen de tekst geschreven. Zonder dat de schrijver dat wellicht doorhad, heeft hij een prachtige blauwdruk gemaakt van hemelvaart. Ik lees de tekst.
“Lieve ma, Je was een sterke vrouw, maar je wist ook waar je kwetsbaar was. Je werkte heel hard met pa in de zaak en je was tegelijk heel aanwezig in ons huisgezin. Jullie maakten samen een warm nest, waar wij als kinderen zoveel warmte opdeden, dat we eenmaal uitgevlogen geen kou moesten lijden. Je had een diep geloof, geworteld in het dagelijks bestaan, maar je had daar ook je vragen bij en praatte er graag over. Je leerde ons dankbaar te zijn voor de goede dingen en de fijne mensen die ons in het leven gegeven worden. Maar ook leerde je ons de tegenslagen moedig te doorstaan. Je zag ons zo graag, elk zoals we zijn. Het was je diepe verlangen dat we, allen verschillend, toch een hechte band zouden vormen, ook nu je er niet meer bent. We gaan je hard missen, lieve ma, maar nu je moet gaan, wensen we jou dat je de Eeuwige mag zien van aangezicht tot aangezicht. Je kinderen.”
Die tekst kwam mij terug voor de geest toen ik las hoe de leerlingen Jezus gespannen nastaarden bij zijn hemelvaart. Net zoals de gestorven moeder zoveel van zichzelf had gegeven aan haar kinderen, zoveel had nagelaten aan zij die achterbleven, zo ook Jezus aan zijn leerlingen. Ja, wat had hij hen niet gegeven? Teveel om op te noemen. Het mooiste dat iemand kan krijgen: het inzicht in ’s mensen oorsprong en eindbestemming, ingebed in de roeping tot liefhebben, had hij, Jezus, door zijn woorden en daden tot leven gewekt. Nu waren ze hem kwijt. Maar in de afstand die er tussen Jezus en zijn leerlingen is ontstaan door het afscheid, komen zij erachter wie hij écht is geweest, en voelen zij zich rijk met het testament dat hij hun naliet. In de stille verlatenheid horen ze zijn stem, horen de kinderen ook de stem van hun gestorven moeder: Ik blijf toch altijd bij jullie, wat er ook gebeure. Hoe zingen wij dat ook alweer in dat prachtige koraal: ‘Al heeft hij ons verlaten, hij laat ons nooit alleen’.
Op het einde van het verhaal van Lucas en op het einde van de tekst op het doodsprentje is er sprake van de definitieve thuiskomst bij God. Wij christenen geloven, hopen op een doorwerking van al het goede in ons leven, over de dood heen. Niets gaat verloren van wat in liefde geboren is. Jezus is ons daarin voorgegaan. Moge dat geloof, moge die hoop ons vandaag op het feest van Ons-Heer-Hemelvaart een diepe vreugde schenken. Aan u allen, een zalige hoogdag en tegelijk een wens tot een samen genieten van een vrij verlengd weekend. Amen.