De bril van Lukas
Er zijn mensen die hun bril boven op hun hoofd zetten. Willen zij naar de wolken kijken, of is het uit schrik dat de hemel op hun kop zal vallen ? Zien zij daarmee iets wat mij ontgaat ? Is hun blik wijder, een groter perspectief ? Ik weet het niet. Het ziet er altijd wat vreemd uit.
Lukas draagt ook een bril. Maar niet boven op zijn kop. Van in het begin van zijn evangelie voel je dat hij een dubbele focus heeft. Hij ziet heel kortbij en scherp. Hij ziet mensen die ongezien zijn. Arme mensen, mensen met groot verdriet, mensen aan de rand, zieken, melaatsen, lammen, herders, mensen die honger lijden, die beschimpt, gemarginaliseerd worden. Ik heb mij dikwijls afgevraagd hoe bij iemand zo’n gevoeligheid kan ontstaan, niet enkel een eerste medelijden, maar een gevoeligheid die een beslissing teweeg brengt in iemands leven. Lukas zal uitdrukkelijk voor die mensen kiezen. Dat wordt bij hem een levenshouding, een vorm van geloven. Voor hen zoekt hij een boodschap die betekenis zal krijgen. Nu, en straks.
En met die speciale gevoeligheid komt noodzakelijkerwijze een andere vraag aan bod. Dom Helder Camara stelde ze destijds zo : ‘Wanneer ik mijn voorkeur voor arme mensen uitspreek, verklaart men mij heilig. En als ik mij afvraag waarom er armoede bestaat, verklaart men mij een communist.” Lukas schetst die mechanismen. Hoe mensen omgaan met bezit, sluw, verstandig, listig, duister. En hij schetst wat bezit doet met mensen, hoe het de mens kan inpalmen, hen doet inslapen en helemaal onvrij kan maken, hoe het hebzucht aanscherpt, je begint te verzamelen en je weet van geen ophouden, je schuren zijn nooit groot genoeg. Meester worden van de situatie en meester worden over mensen.
Zijn discours promoot eerst onbekommerdheid. Vogels en bloemen spinnen niet. De Vader zal je wel geven wat je nodig hebt. En tegelijk focust hij op waakzaamheid – hoed je voor de dief – op ontvankelijkheid, op luisteren en zorg dragen voor de dingen van het leven. Want je bouwt geen huis op zand. Jij bent zout.
Lukas preekt niet. Hij moraliseert niet. Hij zal je niet voorhouden wat je moet doen. Elke mens zal zelf de keuze moeten maken : met welke bril wil ik kijken naar de mensen en naar de wereld. En zal mijn witte of gekleurde bril toelaten de mechanismen te zien die domineren, macht uitoefenen, mensen klein houden, of bevrijden en groot maken ?
De vele passages in Lukas’ evangelie over bezit, armoede en rijkdom moeten de mens helpen een voorkeur te ontwikkelen, een keuze te maken. Wacht u voor hebzucht, je kan je leven niet veilig stellen. Jouw grote schuren, morgen sterf je, of ze staan in brand. Waarvoor, voor wie heb je geleefd ?
Lukas leert mij zien dat er een rechtstreeks verband is tussen de vraag omtrent het bezit en de betekenis van zijn evangelie. Wat ik doe met bezit en wat bezit doet met mij, zal bepalen hoe ik mij gelovig situeer en wat ik mag hopen. Nu komt zijn tweede focus.
Het evangelie bevestigt ons immers niet zomaar in ons bestaan. Het aanvaardt de mens niet zomaar zoals hij is. De mens die Jezus in het evangelie voorstaat is een mens die niet zomaar samenvalt met wie hij nu is. Zijn menselijkheid is geen status quo. Het zal vorm moeten krijgen doorheen wie wij zijn, over ons zelf heen. De echte menselijkheid die Jezus met ons voorstaat gaat verder dan wie wij nu zijn : hij wil ons vrijmaken.
Men zegt soms : de mens is vrij geboren. Het is een halve waarheid. De menselijke vrijheid is een moeilijke, veeleisende vrijheid. Wij moeten haar op onszelf veroveren. Het betekent bijvoorbeeld dat wij loskomen van bepaalde denkbeelden, oordelen, opvattingen en gedragingen. Het betekent bijvoorbeeld dat wij ook in contact komen met mensen die ons vreemd zijn, soms onaardig, soms vijandig. Men zegt soms : de arme mens is vrij. Zo het geen leugen is, blijft het minstens een halve waarheid. Wie arm is, niet heeft, wie leeft uit de hand van een ander, is overgeleverd aan goodwill, soms aan medelijden, dikwijls aan oordelen. Wie rijk is, bezit heeft kan in bezit genomen zijn, maar kan ook vrij worden van dagelijkse zorgen en tijd krijgen tot overgave aan anderen.
Lukas ontleedt de marktmechanismen niet en legt de menselijke psyché niet bloot. Dat laat hij aan ons over. Hij schrijft wat hij ziet. Maar in alles wat hij ziet en schrijft en wil doorgeven komt de dubbele focus van zijn bril naar boven.
De dubbele focus zegt : je kan maar verder zien dan hier en nu, wanneer er een leegte is, wanneer je ook met leegte leeft. Wat een verschil tussen met je neus geplakt staren op een blinde muur en het turen door een venster naar een panorama. De mens die vol is van zichzelf, van wat hij is en heeft en heeft bereikt, de verzadigde, mist de leegte van het verlangen. Wie helemaal op zichzelf vertrouwt en de andere nooit nodig heeft, zal weinig ontvangen en genieten. Hij of zij zal de verrassing missen, het onverwachte, dat wat mij kan ontwrichten, in vraag kan stellen. Die zal tevreden zijn met de God die hij of zij gedroomd en gevonden heeft en waarschijnlijk nooit beseffen dat God zich niet zo, op die manier, laat vinden.
Lukas zegt het ongeveer zo : wij bezitten niet wat wij zijn en bezitten. Aan wie behoren wij toe ? Aan onszelf ? Aan onze partner, aan onze kinderen, aan ons land, aan onze gebruiken en denkbeelden, aan onze arbeid en het werk van onze handen ? Sommigen, velen wellicht, zullen zich daarmee tevreden stellen. ‘Wee u’, schrijft Lukas. Het is geen kreet van verdoemenis, wel een jammerklacht.
Wij behoren toe aan de leegte die wij ontvangen hebben van onze Schepper, en die gevuld wordt, overvloeit en leegstroomt geheel tegen onze plannen in. Wij zullen kinderen en vrienden krijgen en geluk en dankbaarheid “om niet”, als een overrompeling die ons overvalt.
Ik kan een boom planten. Maar hij behoort aan de volgende generatie. Ik kan kinderen opvoeden. Zij zullen aan anderen behoren en ook van hen loskomen. En dit soort “leegte” zal de ruimte zijn waarin ik kan luisteren, en anderen met mij, en hopen de stem te horen van Wie mij dit leven toewijdt.
Mark Butaye o.p.
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.