Bij het beluisteren van het evangelie komen de laatste woorden in me op van Steve Jobs, de na een lange ziekte overleden stichter van Apple. Hij schreef het volgende: “In de ogen van anderen, is mijn leven het symbool geworden van succes. Nochtans heb ik naast mijn werk slechts weinig vreugde gekend. Tenslotte is mijn rijkdom niets meer dan een gegeven waaraan ik gewend ben geraakt. Op dit moment, neergelegen op mijn hospitaalbed en mijn leven overpeinzend, geef ik me er rekenschap van dat alle lofprijzingen en rijkdom waar ik zo fier op was, veranderd zijn in iets onbetekenends tegenover de dood die op me wacht. Het is slechts nu dat ik begrijp, dat wanneer men voldoende geld heeft verworven voor de rest van zijn leven, we eigenlijk andere doelen moeten nastreven die niets met financiële rijkdom van doen hebben. Het gaat om andere, belangrijkere zaken: bijvoorbeeld een liefdesgeschiedenis, kunst, dromen uit onze kindertijd… God heeft ons zo geschapen dat we de liefde in het hart van elkeen van ons kunnen voelen, en niet de luchtkastelen gebouwd op het losse zand van de beroemdheid of het geld die ik verworven heb; ik zal ze toch niet met me kunnen meenemen.
Ik zal slechts die herinneringen kunnen meedragen die versterkt zijn door de liefde. Dat is de ware rijkdom die ons zal bijblijven, die ons zal vergezellen en de kracht en het licht zal geven om voorwaarts te gaan. Wat ook de etappe van het leven moge zijn waarin we ons op dit moment bevinden, uiteindelijk zullen we allemaal worden geconfronteerd met het ogenblik waarop het doek valt. Vergaar een schat van liefde voor uw familie, voor uw echtgenoot of echtgenote, voor uw vrienden… Dat iedereen handelt met liefde, en zich bekommert om zijn naaste,” aldus sloot hij deze bewogen boodschap af.
Toen de avond viel over zijn leven begreep deze man, net zoals zovele anderen, dat de liefde die God van ons verwacht een kunst is. En die kunst bestaat er wezenlijk in te kunnen geven, eerder dan te ontvangen. Inderdaad: de rijke is niet zozeer diegene die bezit, maar wel diegene die geeft. Of met andere woorden: wie in staat is van zichzelf te geven is een rijke. Wat wil dat zeggen? Wat geeft iemand aan iemand anders wanneer hij bemint? Hij geeft in alle tederheid van zichzelf, van wat er in hem het meest kostbaar is: hij geeft van zijn eigen leven, hij geeft van wat er levend is in hem, zijn vreugde, zijn welwillendheid, zijn begrip, zijn zachtheid… soms ook zijn droefenis. Door zo van zijn eigen leven te geven, verrijkt hij het leven van de andere. Meer en beter nog, hij geeft niet met de intentie zelf iets terug te krijgen, want het geven alleen al geeft een heerlijke vreugde. Hierbij moeten we erkennen dat al gevende diegene die liefheeft niet kan verhinderen dat iets op hem afstraalt van het leven dat hij in de ander opwekt; door echt te geven, kan hij niet voorkomen iets te ontvangen van datgene wat hem wordt teruggegeven. Vanaf dat de ene geeft, wordt de ander eveneens gever, en in zulke relatie van liefde of vriendschap, hebben beiden deel aan de vreugde van wat zij tot leven hebben gewekt. Het is ongetwijfeld daarom dat we moeten erkennen dat de liefde nooit bereikt is, verworven eens en voorgoed. De liefde wordt dag na dag opgebouwd. Liefde is een werkwoord. Deze dimensie van arbeid mogen we nooit verdonkeremanen, want deze roept ons op steeds in de bres te springen, alsook om onze eigen sterfelijkheid te aanvaarden. Net dat is wat de rijke uit de parabel niet begrepen heeft. Vol van zichzelf begaat hij de vergissing te doen alsof hij niet sterfelijk is. Jezus wil door deze parabel onze condition humaineniet dramatiseren, maar wil ons enkel herinneren aan de kwetsbaarheid van elk leven en aan Gods soevereiniteit, aan God die als laatste oordeelt over de inherente waarde. Bij onze laatste reis zullen we ons hele hebben en houden achter ons moeten laten en enkel meenemen met ons de liefde die we gegeven en ontvangen hebben. Het is ons in staat zijn te beminnen en bemind te worden die betekenis en waarde geeft aan ons leven. Ik durf te hopen dat voor elkeen van ons, wanneer we de drempel van dit leven met het volgende overschrijden, we dit niet doen met enkel een knapzak maar wel met kisten gevuld van liefde, want het is door ons hart te openen voor de noden van anderen, dan we rijk worden in Gods ogen!
Amen.