God is zoals de herder of de vrouw van het evangelie van vandaag: altijd op zoek van ons. Dat ben ik niet, altijd op zoek van bepaalde mensen. In tegendeel ben ik er blij als zij ver van mij zijn. Die hebben mij slecht gedaan. Ik kan hen niet vergeven. Het zou beter zijn als zij niet meer deel van mijn leven zouden zijn, maar ze zijn daar en ik kan hen niet vermijden. Daarom ben ik hoffelijk met hun, maar koud. Ik hou altijd met hen een gezond afstand. Ik ben zeker niet alleen in die toestand. In vele families en in vele werkplaatsen moeten vele mensen leven met andere mensen die zij ten minste niet graag hebben, of zelfs met wie zij een lastig verleden moeten dragen.
En dat is wel het woord om die toestand te beschrijven: last hebben. Er zijn in ons hart zo veel zware stenen. Ze zijn zo lastig dat we niet meer bekwaam zijn opnieuw een gezond en rijk relatie te kunnen opbouwen. Het is misschien de gevolgen van een lang leven: altijd meer en meer stenen in ons hart te krijgen, ik bedoel daarmee altijd meer en meer mensen in zijn omgeving te hebben met wie wij niet meer bekwaam zijn te leven. Dat kan in een familie, in een echtpaar gebeuren. Daarmee werden wij altijd ouder, dat wil zeggen niet meer creatief en bereid opnieuw te leven en met mensen een nieuwe relatie te kunnen opbouwen.
Om levend te kunnen blijven moeten wij vergeven. En dat is niet gemakkelijk, maar veel van jullie doen dat elk dag. De moeders moeten veel geduld met hun kinderen hebben, bijzonder met een jongen die te veel rookt en drinkt, of met hun meisje dat met vreemde en gevaarlijke jongens omgaat. De ouders moeten veel geduld hebben alhoewel zij zoveel lijden. Dat kunnen ze vertragen omdat ze hun kinderen lief hebben en het wel weten dat zij beter zijn als wat ze nu doen.
Zo was Jezus met Magdalena. Hij wist dat ze beter was dan een vrouw die met anderen mannen plezier zocht. Hij wist het omdat hij haar geschapen had. Et dat is wel de bekering die wij uitgenodigd zijn te doen. Een ander blik op onze medemensen te kunnen werpen, niet meer een blik dat door het verleden zwaar beschadigd is, maar een blik dat zo scherp is dat het de schoonheid van zijn leven kan ontdekken. Zijn schoonheid is niet alleen wat hij aan het beste kan doen, alhoewel de eerste stap naar de verzoening kan zijn. De kinderen leren de kwaliteiten van hun broer en zus te ontdekken zodat zij niet altijd kwaad met hun zijn, maar met hun positief kunnen . Dat kunnen wij ook doen zodat wij niet langer ons familielid, ons collega als een vijand bekijken, maar als een mens met kwaliteiten.
Dit kan de eerste stap zijn naar een andere doel: naar de mensen te kijken zoals Jezus naar ons kijkt en beschouwt, zoals iemand voor wie hij de comfort van de hemel verlaten heeft. Hij kon kwaad en moe zijn van ons. We doen altijd dezelfde zonden. We veranderen niet. Maar Jezus heeft ons zo lief dat hij verder dan al die kleinigheden van ons leven beschouwt, en het hart van ons leven kan bereiken, ons hart met zijn hoop en teleurstellingen, met zijn fundamenteel wens van vrede, liefde en rust.
Dat kunnen wij enkel geven als wij het eerst krijgen. Als wij van God het aanvaarden dat wij ons vergeeft, dat wil zeggen dat wij het belijden dat wij hem hebben gekwetst, dan kunnen wij misschien daarmee beginnen met iemand opnieuw in vrede te kunnen leven. Maar dat kan pijnlijk, zoals met een gebroken arm die opnieuw moet werken.
God strekt niet alleen zijn arm, hij geeft zelfs zijn lichaam en zijn bloed zodat wij met hen opnieuw een nieuw leven van liefde kunnen beginnen. Laat ons vandaag starten.