Vandaag staan we stil bij het mysterie van leven en dood. Het leven is een wonder. Wij komen uit het niets. Maar nu zijn we er. We krijgen een leven met kansen en mogelijkheden maar ook met moeilijkheden en weerstanden.
Zo begint een hele levensgeschiedenis. Voor ieder mens een eigen verhaal. Wanneer we een zekere leeftijd bereikt hebben, zijn veel zaken vervaagd. Maar er zijn zeker ook momenten die we met ons meedragen en koesteren, zoals er ook momenten zijn van pijn en verdriet, van angst en onzekerheid die we niet vergeten. We ontdekten de liefde in een of andere vorm, en we werden er min of meer gelukkig van. Of het gebeurt dat het leven samen met een partner tegenvalt en we elkaar opnieuw vrij laten. En er komen kinderen of ze komen juist niet. Maar zorgen worden ons niet onthouden. Op welke manier ook.
En dan, op een dag, gaat iemand van onze geliefden dood. Door een stom ongeval, of door een slepende ziekte. Of gewoon omdat het op is. Een hartfalen of zoiets. We staan sprakeloos. Terwijl we toch vol zijn van die mens die er niet meer is. Hoe moet het dan, dit afscheid? Vroeger hadden we nog de kerkelijke rituelen, maar dat is grotendeels weggedeemsterd. Dus dan maar meteen naar het crematorium. Ook daar gebeurt het netjes.
Maar hoe gaat het dan met die gestorvene? Niemand weet het. Hij/zij wordt gecremeerd of begraven en al dan niet uitgestrooid of onder de grond gestopt. Het leven een wonder? Het is even goed een raadsel. Er is in veel gevallen diepe dankbaarheid om het leven dat er geweest is, om wat het betekend heeft en waar misschien velen door geholpen zijn geweest. Er is tegelijk het raadsel wat dit nu uiteindelijk te betekenen heeft.
We zien natuurlijk wel iéts. Met name dat er hoe dan ook een spoor getrokken wordt door mensen die ons zijn voorgegaan. We zien een spoor dat onze geschiedenis overeind houdt. Menselijk houdt. Ondanks de ondoorzichtige samenhang van leven en dood, goed en kwaad, lief en leed, vreugde en verdriet, is er een spoor van hoop dat ons gaande houdt. Een spoor dat onze menselijkheid overeind houdt.
Wij gedenken vandaag het goede en het mooie dat onze lieve doden ons hebben voorgeleefd. Zij hebben hun deel van de weg afgelegd. Hun steen in de rivier verlegd. Vandaag zeggen we dank voor wie ons voorgingen. Zij zijn een licht op ons pad. Ze hebben een spoor getrokken dat ons helpt om verder te gaan. Een riem onder het hart.
Eén van de zaken die we van hen leren is dat we moeten keuzes te maken. Meestal zijn het kleine keuzes geweest. Grote keuzes zijn aan de meesten onder ons niet besteed. Maar wij zien dat mensen ook in hun kleine keuzes groot kunnen zijn. De grote wereldproblemen gaan ons te boven. Maar er zijn de keuzes in het klein die mensen groot maken. Keuzes die spreken van medeleven, van generositeit. Want dàt kunnen we wel: een steen verleggen. Klein of groot is niet belangrijk. Iedere steen, ieder steentje telt. Ons leven is deel van een boek waarin wij een bladzijde mogen schrijven. We worden gedragen door het verleden en dragen iets bij aan de toekomst. We zijn deel van een groter geheel.
We hoorden in de lezingen dat er mensen zijn die ontdekt hebben wat het leven een blijvende betekenis geeft. Het leven mag niet verloren gaan, niet kapot gemaakt worden, dat lazen we in de Apocalyps van Johannes. Al gaat het om onafzienbare menigte uit alle landen en volken. De zaligsprekingen bevestigen het. Zij feliciteren mensen die de hoop levend houden. Omdat ieder gebaar van goedheid, ieder gebaar van zorg voor een medemens een boodschap van hoop is. De boodschap van een goedheid en een zorg waardoor we met zijn allen gedragen worden. Zo zijn we hier ook vandaag verbonden, in dankbaarheid met wie ons hierin zijn voorgegaan.