Vier opeenvolgende zondagen lezen we uit het vijfde hoofdstuk van het evangelie van Matteüs. Jezus zegt er: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.” Als je de woorden van Jezus wil begrijpen en ernstig nemen, moet je je ook verdiepen in het Eerste Testament. Als lekendominicanen die af en toe een preek bezorgen, wilden we deze uitdaging opnemen en werkten we samen aan deze preek. Het boek Ongehoord, christen zijn volgens de Bergrede van Peter Schmidt was hierbij een welkome gids.
De profeet Sefania leefde in de tweede helft van de zevende eeuw voor Christus. Hij spreekt in Gods naam een vernietigend oordeel uit over de hoogmoedige leiders en rijke handelaars die hun macht misbruiken. Hoe actueel is deze tekst nog steeds in 2023! Hoogmoedige leiders die oorlogen beginnen en blijven voeren in Oekraïne, Syrië, Afrika, …. Rijke handelaars die enkel uit zijn op winst en rendement.
Sefanja spoort aan en waarschuwt : “Mensen, zoek toch de Heer. Al wie nederig is in dit land, beseft dat we afhankelijk zijn van de Heer. Blijf beseffen hoe belangrijk de Heer is , dan kunnen jullie misschien gespaard worden voor zijn woede.”
Heerst er in deze tijd ook niet een gevoel van uitzichtloosheid? De klimaatcrisis, de energiecrisis , oorlogen en wereldwijde armoede. Dat maakt van ons armen van geest … we weten het niet meer!
De verharding in onze maatschappij : in de politiek en in de media. Kunnen we nog zachtmoedig zijn , afzien van macht en geweld?
Zijn we nog in staat om grote conflicten bij te leggen en de vrede van ons hart naar anderen te brengen ?
De profeet Sefanja kreeg eeuwen later een antwoord van Jezus daar op die berg!
Matteüs heeft zijn evangelie opgebouwd als vijf redevoeringen waarvan de Bergrede de eerste is. In de Bergrede geeft Jezus als een nieuwe Mozes een brede uiteenzetting van zijn leer. De Bergrede opent met acht zaligsprekingen. Hoe zullen we het woord ‘zalig’ begrijpen? In ons hedendaags aanvoelen heeft zaligheid te maken met materieel welbehagen of met hemelse verhevenheid, twee extremen. Daarom kozen nieuwere vertalingen voor ‘gelukkig’. Maar ook ‘gelukkig’ kan vele betekenissen hebben. Psalm 1 maakt de bedoeling van de zaligsprekingen duidelijk:
1Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
2maar vreugde vindt in de wet van de HEER
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
Als de psalmist een mens die niet meegaat met wie kwaad doet, gelukkig noemt is dat een vaststelling, maar nog veel meer een aansporing om de weg van zondaars niet te betreden. In zijn Bijbelvertaling heeft André Chouraqui in psalm1, in de Bergrede en op andere plaatsen “gelukkig/zalig” vertaald als “En marche”, “Op weg”. Hiermee legt hij sterk de nadruk op de aansporing, maar doet hij de belofte: “want aan hen behoort het Rijk der hemelen” wat vervagen.
Toen Jezus zalig zei was dit nog geen kerktaal.
Het betekende:
wat fijn, gefeliciteerd, gelukkig,
je bent goed op weg.
Wie feliciteert Jezus?
Welke mensen vindt Hij fijn?
Wie is goed op weg?
(Jos De Muynck)
De eerste zaligspreking luidt in de Willibordvertaling: “Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen”. De nieuwe Bijbelvertaling schrijft:
“Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.” Wie zijn de armen van geest of de nederigen van hart? Zeker niet wie “mentaal gestoord” is, maar wat dan wel? In het eerste testament komen we deze uitdrukking al tegen, men spreekt dan over “de armen van JHWH”. Uit de context zien we dan dat hiermee de onterfden, de verdrukten, de vreemdelingen, de vluchtelingen, kortom de machtelozen bedoeld worden. Met deze eerste en misschien wel de voornaamste zaligspreking wil Matteüs benadrukken dat Jezus als grondwaarheid van het bijbels geloof het principe verdedigde, dat al wat wij verwierven, zowel spiritueel als materieel een gave Gods is en geen bezit! Wij zijn rentmeesters van de schepping, wij zijn geen eigenaars!
De zachtmoedigen zijn zij die, zonder zich te laten vertrappelen, vol begrip zijn, geduldig en vriendelijk. Zij die weigeren hun eigen richtlijnen en handelswijze op te dringen. Zij die respect hebben voor anderen.
Nu de oorlog in Oekraïne bijna een jaar woedt klinkt “Gelukkig de vredestichters” onwezenlijk. Van een begin van onderhandelingen is nog geen sprake. Binnen de Bijbelse traditie kan de vrede, de sjaloom, slechts als Gods gave ontvangen worden. Jezus geeft aan de vredestichters de hoogst denkbare titel: zij zullen zonen van God genoemd worden. Als kleine mensen staan we machteloos tegen dit afschuwelijk wereldgebeuren. Maar de Bergrede roept ons ook op om vredestichter te zijn in onze onmiddellijke omgeving. Daar zijn de vredebrengers diegenen onder ons die zich inspannen om in het gezin, in de familie, in het buurtschap of in de gemeente de goede verstandhouding tussen de mensen te bevorderen.
Illustratie : De Bergrede door Fra Angelico (1395-1455)