De veertigdagentijd is begonnen en we mogen die mee-maken -in de dubbele betekenis van het woord. Moge het een tijd worden die niet alleen verankerd is in een levende traditie maar hopelijk ook in een steunende gemeenschap.
We beluisterden een wellicht 4000 jaar oude mythische vertelling: JHWH God begint het avontuur ‘mens’ in de veilige paradijselijke tuin van Eden met in haar midden de boom van het leven en de boom van kennis van goed en kwaad. Wanneer het mensenpaar eet van de verboden boom, ontdekt het dat ze naakt zijn. Ze schamen zich, maken lendenschorten en worden door JHWH God uit de tuin gedreven.
We kennen dit verhaal als ‘de zondeval’, ongehoorzaamheid heeft de mens van God gescheiden. Stilstaand bij ‘schaamte’ in ons leven ontdekken we nog andere betekenislagen. Wie schaamte voelt heeft nl. weet (kennis!) van goed en kwaad. Schaamte zegt iets over een geweten dat wakker is en het leven ziet zoals het is. JHWH God had ons dat willen besparen, maar straft de mens uiteindelijk minder vreselijk dan voorzien. De mens sterft niet, maar lééft het leven met haar ups en downs én met schaamte die richting geeft in deze minder paradijselijke wereld.
Schaamte is ons vertrouwd: omdat je afzijdig bleef bij pestgedrag op school; wanneer je met gevulde boodschappenkar voorbij de bedelaar op de parking rijdt; schaamte wanneer je huisarts je met een rijk gevuld bord en een goede fles wijn ziet terwijl je een traject loopt om af te vallen; vliegschaamte en vleesschaamte omdat je weet dat anderen onder de klimaatontwrichting lijden die wij veroorzaken maar je er niet toe komt die kennis in je dagelijks leven een plaats ten goede te geven; schaamte bij een uitvaartdienst omdat je beloofde langs te gaan in het woonzorgcentrum maar er telkens iets anders vóór ging; enz. enz.
Prof. Nauka van de Leidense universiteit stelt dat schaamte een rotgevoel is, het gevoel dat je niet goed genoeg bent. Maar ze geeft ook mee dat schaamte uitnodigt tot zelfreflectie en een krachtbron kan worden. Schaamte wijst nl. vaak op een ambitie, een verlangen om beter of anders te worden. Schaamte als wake-up-call om samenlevingsafspraken meer ter harte te nemen of in andere situaties de niet leven-gevende regels en gedrag in vraag te stellen. Zo hoopt professor Nauka stiekem dat “Elon Musk op een onbewaakt moment toch eens overvallen wordt door een vleugje schaamte en een milliseconde denkt: een paar miljard dollar in een vlucht naar Mars steken om te kijken of we daar met z’n allen kunnen leven, is dat nu echt wel een goed idee?”
Misschien kunnen we schaamte leren zien als een goddelijke hulp om gewetensvol mens en medemens te worden.
Naast het verhaal uit Genesis beluisterden we het bekoringsverhaal uit het Mattheus-evangelie. Mattheüs richt zich tot Joodse toehoorders. Hij linkt Jezus’ optreden voortdurend aan de Joodse bevrijdende traditie en portretteert Hem als een Nieuwe Mozes.
Na zijn doop wordt Jezus door de Geest (!) naar de woestijn gebracht om er beproefd te worden. Veertig dagen en nachten verblijft hij op die onherbergzame, onveilige plek –geen Tuin van Eden dus, een plek die niet bedoeld kan zijn om er te blijven.
Onze veertigdagentijd duurt effectief 40 dagen, zondagen niet meegerekend. Maar voor de joodse toehoorders is 40 een vertrouwde symbolische periode, een tijd buíten de tijd: Noah drijft 40 dagen in de ark, Jona zit 40 dagen in de buik van de vis, Elia’s reis duurt 40 dagen, de Israëlieten trekken maar liefst 40 jaar door de woestijn om slavernij te ontvluchten, enz. Na elk van die ’40-s’ komt iets nieuws, iets beters, iets om naar uit te kijken.
Jezus vast in die woestijn, dat on-land. Vanuit zijn joodse traditie is hij – net als de toehoorders van Mattheüs - vertrouwd met vasten. Vóór de twee grote feestdagen is het hen 24u verboden te eten, te drinken, zich te wassen, zich te zalven, sandalen te dragen en gemeenschap te hebben. Vóór de vier kleinere feestdagen vast men van zonsopgang tot zonsondergang. In die vastentijd leest en bestudeert men de geschriften.
Na Jezus’ woestijntijd komt de test door de duivel, de tegenstrever (Hebr. satan), de ‘uiteen-gooier’ (gr.diabolos). Maar Jezus is gesterkt door het vasten, hij weet wat hem te doen staat: een heilzaam leven van genezen en onderrichten wacht. Hij zegt ‘neen’ tegen de verlokkingen van macht, eer en bezit. In en met Hem breekt iets nieuws door, iets anders, voorbij zwart-wit denken, voorbij goed-kwaad oppositie, …
We zijn geneigd vasten als tegen-natuurlijk te zien. Maar misschien kunnen we vasten ook zien als boven-natuurlijk: een vasten die in staat stelt tot iets onvoorspelbaars, tot meer dan we menselijk mogelijk achten?
Elke tijd en elke situatie heeft haar eigen verleidingen die afhouden van een zinvol en leven gevend samenleven… en dan hebben we het niet over ‘snoep laten staan’, hoe heilzaam ook voor lijn en tanden.
Denk aan een ‘neen’ tegen de verleiding mee te gaan in het oorlogs-narratief tav de situatie in Oekraïne en Rusland ipv van mee op te staan om internationale dialoog te eisen, vredeswoorden te laten klinken en vredesstreven te bevorderen… én dat ook in eigen kring te oefenen.
Of denk aan een ‘neen’ tegen de verleiding tot doemdenken en wanhoop. De bijbelschristelijke traditie roept ons tot leven, niet tot wanhoop. Meedoen, meewerken aan kleine verbindende initiatieven: een buurtfeest, een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid, een bank kiezen die niet investeert in oorlog en fossiele brandstof, ziekenbezoek, een protestactie om onrecht te keren… Het zijn kleine stappen die mensen hoop geven en van ons hoopvolle mensen maken. Het samenwerken laat ons nl. aan den lijve ervaren hoe goed en deugddoend het samenleven kan zijn.
God van leven,
wek ons geweten,
keer schaamte tot verandering.
beGeester elke 40-tijd,
zegen het ‘neen’ aan verleidingen,
en het ‘ja’ aan Uw visioen.
Amen.