Dat is een lang evangelie. Het handelt over “zien”. Iemand die blind is wordt bij Jezus gebracht. We zijn getuige van een vreemde manier van doen. Jezus strijkt de blinde man slijk in de ogen. Wellicht niet de meest hygiënisch verantwoorde manier om een blinde te behandelen. Er moet dus een diepere betekenis schuil gaan achter deze bizarre handeling. Het doet inderdaad denken aan het scheppingsverhaal in de bijbel waar we lezen dat God een mens boetseerde van aarde en er een levensadem in blies. Bij een stervende gaat de levensadem weg en krijgt hij een droge mond. Daarom beschouwde men in Jezus’ tijd het speeksel als gecondenseerde levensadem. Het gebaar van Jezus die slijk maakt van aarde en gecondenseerde levensadem wijst op een nieuwe schepping. De blindgeborene is van nature blind. En zie, hij wordt herschapen. Van blind wordt hij niet alleen ziende, maar helderziende. Hij kende Jezus niet. Het is maar wanneer Jezus zijn identiteit kenbaar maakt dat hij van verbijstering op de grond valt in diep respect en dankbaarheid.
Hier houdt de genezing echter niet op. De blindgeborene wordt opgevorderd om leerling van Jezus te worden. Om in zijn voetspoor te treden. Dat is de spiegel die het verhaal ons voor houdt. Herboren worden. Het leven zien in een nieuw daglicht. Het is een uitdaging waar ieder mens mee te maken krijgt. We worden geboren, een eerste keer uit onze ouders, en we krijgen een hele bagage mee: ons lichaam, ons verstand, onze talenten, onze eigenaardigheden, enzovoort. “Heel zijn moeder”, zeggen mensen, of “net zijn vader.” Eigenlijk horen we dat niet graag. Wij willen ons zelf zijn. Het betekent niet dat we niet dankbaar zijn om de warmte en de liefde die we hebben meegekregen. Maar we willen geen copy paste zijn van onze moeder of onze vader. Ieder moet, vroeg of laat, een tweede keer geboren worden. Gehoor geven aan de lokroep van zijn/haar leven. Recht doen aan de persoonlijkheid die men bij zichzelf ontdekt. Het leven in eigen handen nemen. Ook waar het gaat om geloven. Het kan enkel een persoonlijk parcours zijn dat we afleggen. Het hoeft geen breuk te zijn met het verleden, ook niet met je afkomst, maar het is ook een hergeboorte, een soort verrijzenis.
We leven in een tijd die het geloof naar de privésfeer wil verbannen: daarom juist hebben we er meer dan ooit behoefte dat geloof te kunnen delen met gelijkgezinden. Geloven is echt niet evident in onze samenleving. We proberen dat thema te ontwijken. Er wordt vaak smalend om gedaan. Dat mocht de genezen blinde ook ervaren. Het eerste wat hij ziet, zijn mensen die niet geloven aan zijn genezing door Jezus. Hij staat er alleen mee. Hij wordt onder druk gezet om zijn geloof in Jezus op te geven. Men stelt hem objecties voor waar hij voordien niet aan had gedacht.
Hij heeft echter zijn keuze gemaakt. Hij slikt zijn geloof in Jezus niet in. Omdat zijn geloof uit zijn hart komt. Hij houdt vast aan zijn innerlijke overtuiging, wat anderen ook zeggen. Zo is het ook nog vandaag. Wie zich gelovig noemt moet niet veel spontaan applaus verwachten. Je wordt eerder met vragen bestookt. Je zou je zelfs moeten verantwoorden voor alles wat “christenen” in het verleden, in duistere eeuwen, uitgehaald hebben. De duistere eeuwen zijn maar al te goed gekend en ze waren inderdaad niet volgens het evangelie.
De genezen blinde moet voor zijn geloof een hoge prijs betalen. Hij wordt door de religieuze overheden aan de deur gezet. Zo worden gelovigen in onze dagen vaak als lastig of kinderachtig en soms zelfs als gevaarlijk bestempeld.
De genezen blinde man is niet alleen ziende geworden, hij is ook helderziende geworden. In Jezus’ voetspoor lopen betekent dat we andere mensen benaderen zoals hij het deed. Dat we onze medemens benaderen met geloof in de ogen en liefde in ons hart. Het kan het begin zijn van een nieuwe geboorte. Een tweede geboorte. Verrijzenisgeboorte. Daarheen zijn we onderweg, naar Pasen. Dat we op die manier onze medemens bejegenen. Dat we helderziende zijn voor wat er rondom ons gebeurt. Zien wat er gaande is in onze samenleving en niet passief blijven. Maar onze verantwoordelijkheid opnemen, met geloof in onze ogen en liefde in ons hart. Jezus vraagt geen aanbidding, wel navolging. Mogen we zo deelgenoot worden aan het volle leven. Op weg naar Pasen.