Pasen: Het feest van leven dat sterker is dan de dood
Gekruisigd… Jezus is voltooid verleden tijd. En daarmee is ook een kruis gezet over zijn prediking, zijn zending, zijn levenswerk. Een kruis ook over het geloof, de hoop en de verwachtingen van de leerlingen. Beduusd zitten ze bijeen ergens in een veel te kleine ruimte. Na de turbulente gebeurtenissen van de afgelopen dagen is de storm gaan liggen. Het is windstil. Het zal lang - wellicht voorgoed - windstil blijven rond de leerlingen. Leerlingen van wie... als er geen Meester meer is?
Dagen, weken of was het maanden later… Daar staan ze opnieuw. Onherkenbaar veranderd. Vastberaden, bezield door heilig vuur. Maar wat ze verkondigen tart alle logica: "Jezus van Nazareth, de Gekruisigde… Hij leeft!" Met die onthutsende boodschap trekken ze rond. Een boodschap die haar waarde niet ontleent aan bewijzen maar enkel en alleen aan de onstuitbare overtuigingskracht van hun manier van optreden.
Tussen die twee historische feiten - de verwarring van de leerlingen na het fiasco en de dood van Jezus, en hun vrijmoedige verkondiging later - ligt een kantelmoment dat van hen andere mensen heeft gemaakt. Jezus is verrezen!
'Verrijzenis' en 'opstanding' - begrippen die ons vreemd in de oren klinken, die in ons wereldbeeld niet te integreren zijn, die haaks staan op alle gekende natuurwetten en wetenschappelijke inzichten. Op zoek naar verheldering, helpen de evangelies ons ook geen stap vooruit: ze reppen met geen woord over het wat en het hoe van wat er op die Paasmorgen is gebeurd.
We moeten dat hiaat niet proberen op te vullen. Ik weet het… de verleiding is groot. Een mens wil immers weten wat het woord 'verrijzenis' betekent. Een mens wil zich daar graag iets concreets bij voorstellen. Met het risico dat hij aan die concrete, wat naïeve voorstelling blijft vasthaken. De evangelies proberen dat juist te voorkomen door het onzegbare van het paasgebeuren te verwoorden met telkens weer andere beelden en begrippen: Jezus is verrezen, is opgewekt, opgestaan, door God verheven, door God verheerlijkt, Jezus' leven is tot voltooiing gekomen, Hij zit aan de rechterhand van Vader, enz.
Verrijzenis, opwekking uit de doden betekent niet dat een dood lichaam opnieuw tot leven wordt gewekt. Jezus is niet 'gezond en wel' in levende lijve verschenen. Anders had Hij opnieuw moeten sterven. En moest het hele verhaal van voren af aan opnieuw beginnen. Verrijzenis is geen 'terugkeer naar het aardse bestaan' maar 'aangekomen zijn'. Geen 're-animatie' maar 're-creatie' in de oorspronkelijke betekenis van het woord, nl. her-schepping: God die Jezus herschept tot een nieuw bestaan. God die het opneemt voor zijn partner die Hem trouw bleef tot in de dood. God die trouw met trouw beantwoordt. Zo definitief als Jezus zich met God heeft verbonden, zo definitief heeft God zich met Jezus verbonden. “Hij moest uit de doden opstaan” (v. 9).
Pasen leert ons dat God in staat is een mensenleven, dat opgesloten zit tussen geboorte en dood, open te breken en toekomst te geven voorbij de grens van de dood. Daarom is de verrijzenis van Jezus ook geen op zich staand gebeuren. Dat Hij leeft over de dood heen heeft alles te maken met de wijze waarop Hij invulling gaf aan zijn aardse leven. Hij is de opgestane Heer omdat Hij anderen deed opstaan. Zijn opstanding uit de dood verwijst naar zijn opstand tegen de dood en tegen alles wat in het leven aan de dood herinnert of naar dood ruikt. Want de dood werpt zijn schaduw ver vooruit, tot midden in het leven. Tegen die dood midden in het leven sprak Jezus opwekkende woorden: "Ik zeg u, sta op"; "Effata, ga open"; "Ga heen, uw zonden zijn u vergeven". Krachtdadige, werkzame, levenwekkende woorden. Blinden schonk Hij het levenslicht. Doven liet Hij de bevrijdende boodschap van God beluisteren. Verlamde en ontgoochelde mensen deed Hij weer opstaan. Telkens opnieuw hielp Hij mensen over een dood punt in hun bestaan heen en opende Hij voor hen nieuwe perspectieven.
En toen de machthebbers Hèm ter dood hadden gebracht, Hem het zwijgen hadden opgelegd, heeft God Hem niet in de steek gelaten. Hij heeft Hem op zijn beurt over dat dode punt heen geholpen. Zoals Jezus leefde - zo rechtvaardig, zo met mensen begaan, zo volkomen in de geest van God - is Hij onaantastbaar. Daarop heeft zelfs de dood geen vat. Opstanding uit de dood betekent: God die díe wijze van leven bekrachtigt. Daar gaat het in de evangelies ook om: geen enkele evangelist geeft een beschrijving van Jezus' opstanding; maar allemaal getuigen zij van de Opgestane, zij getuigen dat Jezus leeft bij God, en zijn volgelingen blijft stimuleren om door te gaan met zijn werk.
Pasen is daarom voor de christen van vandaag een hartversterkende belofte en een motiverende levenskracht. Pasen leert ons dat een mens niet geschapen is om op aarde alleen maar plichtsgetrouw zijn levenstaak te vervullen, om vervolgens te sterven en voorgoed van het wereldtoneel te verdwijnen. Pasen leert ons dat de dood van gisteren is en dat wij morgen zullen leven; leert ons dat de verrezen Heer garant staat dat ons leven en onze wereld, ondanks alles, toekomst heeft.
Pasen is voor de christen van vandaag ook een actieprogramma, een opdrachtverklaring. Pasen roept ons op tot opstand, opstand tegen alles wat dodelijk is in het leven van mensen en tussen mensen: onrecht en onvrijheid, oorlog en gewelddadigheid, uitbuiting en discriminatie, tegen onverschilligheid, moedeloosheid en defaitisme. Opstand tegen alle leven ten koste van een ander. Opstand tegen alle leven van ‘ieder-voor-zich en God-voor-ons-allen’. Verrijzenisgeloof is pas geloofwaardig als wij hier en nu mensen uit de put en uit het graf halen, hen van hun lijkwade ontdoen, hen meenemen op de weg naar de toekomst.
Daarom is Pasen het hoogfeest bij uitstek, omdat Pasen toekomst betekent die op Goede Vrijdag dood en begraven leek.
Marc Christiaens o.p.