Ik kan me niet indenken dat er iets is waarvoor ik àlles zou opgeven. En toch gaan die twee kleine verhaaltjes daarover. Jezus vergelijkt het met een schat die je ergens vindt of een prachtige parel waarbij al het overige in het niet verzinkt. We kunnen ons dat wel voorstellen! Stel dat je de job van je leven vindt, of de liefde van je leven, of het diploma waar je zo op hoopte. Plots ziet het leven er heel anders uit. De toekomst lacht je toe. Je vindt het leven weer boeiend, met een vreugde die van binnen zit.
Jezus kan geen definitie geven van dat rijk der hemelen. Hij moet daarvoor een ander register opentrekken: hij heeft daarvoor verhalen nodig, gelijkenissen, parabels. Die kunnen ons wellicht helpen. Het rijk der hemelen heeft iets geheimzinnigs. Eigenlijk moeten we zeggen: het rijk der hemelen bestààt niet. Het bestaat niet als iets dat je kunt vastnemen of ergens kunt aanwijzen. Het is geen verbeterde versie van Buckingham Palace, geen golfterrein groot en groen en altijd mooi weer, geen politieke partij, het is niet de hemel boven ons, ook niet het hiernamaals. Niets daarvan. Jezus vertélt over mensen die plots een heel andere kijk krijgen op het leven. Het gaat niet over een wereld hierbuiten, of hierboven. Het gaat om deze wereld hier en nu. En het gaat meestal om iets wat je overkomt. Je vindt een schat, je vindteen parel. Je ogen gaan open. Die vondst is een stukje hemel: A little bit of heaven.
Wij zijn toch ook soms verwonderd hoe mensen zich blijven verzetten tegen de verspilzucht en de mateloze consumptie die in onze samenleving wel de norm lijkt te zijn geworden. En toch: het zijn mensen die bouwsteentjes aanreiken voor een nieuwe mentaliteit, een nieuwe manier van kijken. Er zijn mensen die blijven aandacht vragen voor de stijgende armoede in ons land. Een beschaafde samenleving zorgt er toch voor dat alle mensen de kansen krijgen om fatsoenlijk te leven. De manier waarop mensen zorg dragen voor elkaar, vaak helemaal vrijwillig. Het is A little bit of heaven.
Die schat moet vaak van onder het puin worden opgegraven. Er leeft in deze tijd namelijk ook een gevoel van onbehagen. We voelen dat er zoveel verkeerd loopt. Het beetje hemel dat we hopen te vinden wordt vaak in de hoek gedrumd door de chaos en het onrecht en de uitbuiting die welig tieren in deze wereld. De overmacht van de miserie en de onmacht om het roer te keren geeft de indruk dat Jezus in een illusie leefde. Het komt er nooit dat rijk der hemelen. God is dood en wij hebben hem gedood. En nu zijn we het Noorden compleet kwijt. Dat zei de filosoof Nietzsche reeds in het begin van vorige eeuw. We zijn als blinden die ronddwalen in de nacht. Als er in deze ondoorzichtige chaos van leven en dood, liefde en haat, oorlog en vrede toch iets van God te vinden is, dan kan dat alleen omdat mensen hem tot leven roepen.
Dat kunnen we doen: God tot leven roepen. Het rijk Gods op het spoor komen. Dat is geen overweldigend gebeuren. Integendeel. Dat gebeurt meestal in het klein zoals de grassprietjes die tussen de straatstenen de kop op steken. Kwetsbaar maar onweerstaanbaar. Wààr het gebeurt verandert het de blik van mensen. Ze ervaren een innerlijke vreugde. En tegelijk leven ze met een zekere onrust omdat ze de handen niet in de schoot kunnen laten zakken. Innerlijke vreugde en onrust: die twee gaan samen.
Ik zie nog een klein tafereel dat zich voor mijn ogen afspeelde. Een politieman die gehurkt neer zit bij een man in lompen bij de ingang van het station: een mens die zichtbaar op straat lééft. Zijn hele bezit ligt aan zijn voeten uitgespreid. En die politieman gaat met hem een gesprek aan. Geen ondervraging maar een gesprek. Met respect. Wat betekent dat voor die man of vrouw die leeft van de straat om als mens benaderd te worden. A little bit of heaven. Hier en nu komt God aanwezig. Mensen roepen God tot leven. Te midden van wat chaos lijkt.
Er zijn heel wat mensen die zich op de een of andere manier verantwoordelijk weten voor een wereld waar ondanks de chaos ook signalen van ontluikende harmonie te zien zijn. A little bit of heaven. De schat waar Jezus over sprak. Dat is de barmhartigheid van mensen. Daarin ontdekken we het gelaat van God. Ik wens het ons allen van harte toe.