33ste zondag door het jaar

Auteur: Paul Caroen
Datum: 19-11-2023
Liturgische tijd: Door het jaar
Liturgische jaar: A
Jaar: 2022-2023
Lezingen: Spr.31, 10-13.19-20.30-31 | 1 Tes.5, 1-6 | Mt.25, 14-30

 

Het verhaal van de talenten is allicht één van de meest gekende parabels uit de bijbel.

Maar het gevaar bij zeer gekende verhalen is dat wij, bij het horen ervan, al vlug besluiten: “Och ja, dat kennen wij!”, en onze aandacht meteen verdrongen wordt door enig gevoel van wrevel.

Misschien is het daarom nuttig even te kijken naar enkele minder in het oog springende details die ons kunnen helpen om de draagwijdte van deze gelijkenis beter te vatten.

Vooreerst is het goed te weten dat in de Joodse samenleving van destijds een talent een enorm grote geldsom betekende. Omdat historici ook de lonen uit de bijbelse tijd kennen, waarbij één denarie overeenkomt met een dagloon, was het niet zo moeilijk om de koopkracht van een talent te berekenen.  Welnu, uitgaande van een gemiddeld dagloon van vandaag, komt een talent neer op een bedrag van 660.000 €. De heer deelt dus in totaal meer dan 5 miljoen euro uit, en de meest bekwame dienaar krijgt daarvan 3.300.000 € in beheer.

Waarom heeft Jezus het hier over zulke hoge bedragen? Wellicht om de aandacht te trekken van zijn toehoorders die zich meer aangesproken voelen als het om fortuinen gaat dan om een habbekrats.  Maar zeker ook om te benadrukken dat de heer in deze drie dienaars een zeer groot vertrouwen stelt.

De eerste twee hebben dit vertrouwen van hun heer niet teleurgesteld. Elk hebben ze, met al hun capaciteiten, zich volledig ingezet om wat hun is toevertrouwd, zo goed mogelijk te beheren. En met resultaat! Een rendement van 100 % nog wel!  Zij worden door de heer dan ook geprezen en beloond. En hebt U het gemerkt? Beiden worden in dezelfde mate geprezen en beloond, ook al heeft de heer van de eerste veel meer geld teruggekregen dan van de tweede. Omdat zijn waardering niet de hoeveelheid winst betreft, maar de volle inzet van beiden. Denk ook even aan het verhaal over de werkers van het laatste uur die ook van hun werkgever een volledig dagloon ontvingen.

De derde dienaar bleek het vertrouwen dat de heer in hem gesteld had, niet waard. Met als alibi dat zijn heer een streng man is, neemt hij liever geen risico. Hij doet niets met zijn talent. Hij zet het zelfs niet op de bank, maar begraaft het in de grond. De heer van de dienaars is woedend.

Intussen hebben wij al begrepen dat de heer in onze parabel symbool staat voor onze God. Waar wij, mensen, onze mogelijkheden en talenten niet laten renderen zoals God van ons verwacht – uit angst dat er hier of daar iets mis kan lopen - daar wordt aan Gods rijk schade berokkend.  

Soortgelijke krampachtigheid zien wij ook rondom ons, zowel bij individuele gelovigen als in de kerk. Als je sommige kerkleiders bezig ziet en hoort, dan lijkt het wel dat hun grootste zorg erin bestaat dat zij angstvallig het terrein van de hun toevertrouwde verantwoordelijkheid koesteren en afschermen, om het op die manier te bewaren tot de terugkomst van de Heer. Helaas dreigt een dergelijke zelfhandhavingspolitiek van de gevestigde orde uiteindelijk geen vruchten op te leveren…

De derde dienaar vliegt dus met zijn klikken en klakken buiten. Zijn heer wil hem niet meer zien. Zijn eigen harde oordeel over zijn heer komt op zijn eigen hoofd terecht. Wie weinig heeft, aan hem wordt nog ontnomen wat hij heeft. Wie weinig inzet laat zien, raakt dat kleine beetje ook nog kwijt. En dan is de duisternis compleet.

Maar de eerste twee dienaars werden beloond. En hoe werden ze beloond? Ze worden aangesteld als beheerders van nog veel grotere delen van het fortuin van hun heer, maar – belangrijker nog – “zij zullen delen in de vreugde van hun heer.'' Van dienaar worden ze gepromoveerd tot collega’s, tot medebeheerders die mee mogen genieten van de gemaakte winsten.

Zijn wij, hier in West-Europa, in het mooie Vlaanderen,  genietend van een verzorgde opvoeding en van onze verworven welstand, ook geen beheerders van heel wat talenten? En dan denk ik niet alleen aan wat wij materieel bezitten, maar ook aan onze culturele bagage en last but not least  aan de kostbare parel van ons geloofsleven !

Boffen we niet, dat we hier, en niet in Oekraïne geboren zijn? Dat we niet op handen en voeten naar een voedselbedeling moeten kruipen, niet zeker zijnde dat we heelhuids terug bij onze huisgenoten zullen geraken om met hen eten en drinken te delen? Is het onze verdienste dat die miserie ons bespaard blijft of is het enkel door de speling van het lot dat wij hier en niet in Oekraïne geboren zijn?

Hebben wij de verworven religie, de cultuur, ons intellect en onze welstand die we grotendeels gekregen hebben, hebben wij die goed beheerd? Hebben wij, zoals de twee eerste dienaren in dit evangelieverhaal, de gekregen middelen ten volle ingezet als medebeheerders van Gods scheppingswerk? Hebben wij daarbij ook het welzijn en het geluk van onze medemens op het oog gehad. Met andere woorden, hebben wij de Blijde Boodschap ook uitgedragen? Hebben we de moed opgebracht en het risico aangegaan om ons geloof ook daadwerkelijk te tonen? Hebben wij de kandelaar van ons geloof op een goed zichtbare plaats gezet en niet onder de korenmaat verstopt, niet binnenskamers gehouden?

Het is ons geluk dat God voor ons geen weegschaal hanteert om onze verdiensten af te wegen en de beloning in verhouding uit te rekenen.

Het is ons geluk dat Hij zijn beloning niet afweegt in verhouding tot onze verdienste, maar meteen ons de volle lading cadeau doet.

Het is ons geluk dat - zoals Jesaja schreef: - God rijkelijk vergeeft - Maar Hij stelt één voorwaarde: dat wij onze naaste zouden beminnen zoals onszelf, niet meer maar ook niet minder.

Want God zelf is liefde!  Zijn grote liefde voor ons moeten wij elke dag in het klein doorgeven in de spontane hulp en het intens meevoelen met onze medemensen.  Zijn goddelijke levensdrift moet vertaald worden in onze blijdschap, in onze humor en soms in onze taaie levensmoed.

De talenten die wij hebben gekregen, moeten we niet begraven tot de tijd van de afrekening, maar laten renderen, NU !

Paul Caroen o.p.                                       

Preek van de week

Inschrijving

Indien u iedere week een voorstel van preektekst van een dominicaan of een lekendominicaan wilt ontvangen, vragen wij u om uw inschrijving te bevestigen door te klikken op de link. Wij danken u bij voorbaat voor uw interesse in ons initiatief.

Onze preken

  • Paaszondag

    Paaszondag

    Pasen is hét hoogfeest van het christendom. Jezus van Nazareth is niet in de dood gebleven. Hij is opgewekt ten Read More
  • Paaswake

    Paaswake

    Deze avond is een avond waarop je staat voor een grote keuze. Op het moment dat we overgaan van dood Read More
  • Witte Donderdag

    Witte Donderdag

    De lezingen van vandaag plaatsen ons samenzijn in een continuïteit van bijzondere orde. Drie verhalen en vertrouwde gebaren ballen verleden Read More
  • 1
  • 2