2de zondag veertigdagentijd

Auteur: Jozef Essing
Datum: 25-02-2024
Liturgische tijd: Vastentijd
Liturgische jaar: B
Jaar: 2023-2024
Lezingen: Gen.22, 1-18 | Rom.8, 31b-34 | Mc.9, 2-10

 

TRANSFIGURATIE - GEDAANTEVERANDERING

Wie de kans heeft gehad op de berg Tabor te komen, beleeft en begrijpt waarom de traditie deze heeft aangewezen als de plaats waar de gedaanteverandering van de Heer plaats heeft gevonden. Door het uitzicht, naar alle kanten en over alles heen, is het of je bent opgetild boven de wereld van alledag. Wat onmiddellijk en dichtbij was komt op afstand; en wat centraal leek te staan is slechts een klein onderdeel van een groter geheel. Op de top van een berg staan geeft het gevoel opgenomen te zijn in een hogere wereld, de wereld van de Ene die religieus geduid wordt als Allerhoogste.

Het tegenbeeld van de berg - van het opstijgen, ‘opgetogen zijn’ en ‘zien’ - is de maar al te bekende wereld waarin men moet ‘afdalen’. Een wereld waarin je ‘het niet meer ziet’ - de leegte en gemis na het wegvallen van een dierbaar mens of een vertrouwde werkkring -, of oploopt tegen muren van vijandschap en aankijkt tegen de puinhopen van zinloos geweld.

In de lezingen worden beide verbonden. Het op de hoogte komen is verbonden met afdalen, het opgetogen zijn met diepe onderdompeling in verlies, vijandigheid, leegte, zinloosheid.

Abraham moet heel zijn toekomst offeren, het perspectief op toekomst loslaten: het leven dat in zijn enige zoon wordt voortgezet. Hij ‘ziet’ pas aan het eind van een gruwelijke tocht, als hij voortdurend en ten einde toe geluisterd heeft naar de stem die hem riep, en gezegd heeft ‘Hier ben ik’ - bereid om door te maken wat hem door de ziel snijdt. En in het evangelie krijgt Petrus die in het ‘zien’ wil blijven – in loofhutten wonen, buiten in de open lucht onder de sterrenhemel, dicht bij de Heer als het ware - te horen: ‘Luister naar Hem’, waarna hij met Jezus afdaalt. Het horen gaat voor het zien uit; ‘op de hoogte komen’ vraagt dat je bereid bent af te dalen naar de alledaagse wereld van leed en strijd.

Onze leidsman Jezus raakt in gesprek met Mozes en Elia. Hij verbindt zich met hun ervaringen van leegte en verlatenheid, waarin niets te zien valt en enkel een mysterieuze stem die blijft roepen overblijft, als kompas voor je verdere tocht.

Eerst nadat Elia zich door iedereen in de steek gelaten voelde en in wanhoop zich onder een struik had neergelegd, werd hij aangepord om naar de berg te gaan waar hij God mocht bespeuren in de stilte van een onhoorbare bries – waarin je enkel je eigen adem kunt horen. En Mozes moest met zijn volk eerst de woestijn in voordat hij met God kon spreken als vriend tot vriend en hem ‘van achter’ mocht zien, nadat de Eeuwige ‘voorbij was gegaan’.

Gods nabijheid is pas te bespeuren voor wie bereid is het leven te omarmen zoals het komt, en tegen alle teleurstelling in zich niet afkeert van de mensen met wie hij of zij is verbonden. De evangelist Lucas laat Jezus - als reisgezel en bemoediger van terneergeslagen zoekers - verwijzen naar ‘Mozes en de profeten’ (in Elia vertegenwoordigd), om  duidelijk te maken dat hij ‘dit alles moest ondergaan om zijn glorie binnen te gaan’.

Voor ons als ‘mensen van de weg’ betekent dit: houd de leegte open en blijf luisteren naar de Stem die je leidt. Niet voor niets heeft onze Leidsman in de woestijn tegen de grote verleider gezegd: ‘De mens leeft niet van brood alleen’ - van wat de eerste de beste honger vult -, maar ‘van wat komt uit Gods mond’ - de stem die jou blijft roepen en leiden, je diepste verlangen.

‘Waar is God?’, vragen velen zich af in tijden dat het leed ongenadig toeslaat. Zo ook destijds op de appèlplaats in het concentratiekamp, waar twee mannen en een jongen werden opgehangen; de twee volwassenen stierven spoedig; de doodstrijd van het kind duurde een half uur. ‘Waar is God’ fluisterde een van de toeschouwers? Achter zich hoorde hij een stem ‘Daar vóór ons hangt Hij’.

De leerlingen zien Jezus, die het lijden niet uit de weg gaat, oplichten en stralen in heerlijkheid. Dat is een blijde boodschap: door het lijden heen straalt Gods heerlijkheid; Gods kracht verbindt zich met de kwetsbare mens. Het is het tegendeel van brute macht; het is de on-macht van de behoedzame zorg voor ‘de flakkerende pit’, het kwetsbare vlammetje. Gods macht zet de mens niet opzij en neemt de last niet over. Hij draagt mee en versterkt de draagkracht. Het wordt dan een dragen dat omvormt.

Tekenaar Wim Hessels tekende destijds voor de IJmondgemeenschap  gezichten van kwetsbare mensen, waar doorheen het ene Gelaat zich aftekent. En Gabriël Smit schreef in zijn lied voor deze Zondag (‘Gij zijt in glans verschenen)’:  Uw marteling, uw lijden, … uw kruisgang door de tijden, ...het staat voor onze ogen, het glanst uit alle pijn.

Preek van de week

Inschrijving

Indien u iedere week een voorstel van preektekst van een dominicaan of een lekendominicaan wilt ontvangen, vragen wij u om uw inschrijving te bevestigen door te klikken op de link. Wij danken u bij voorbaat voor uw interesse in ons initiatief.

Onze preken

  • Paaszondag

    Paaszondag

    Pasen is hét hoogfeest van het christendom. Jezus van Nazareth is niet in de dood gebleven. Hij is opgewekt ten Read More
  • Paaswake

    Paaswake

    Deze avond is een avond waarop je staat voor een grote keuze. Op het moment dat we overgaan van dood Read More
  • Witte Donderdag

    Witte Donderdag

    De lezingen van vandaag plaatsen ons samenzijn in een continuïteit van bijzondere orde. Drie verhalen en vertrouwde gebaren ballen verleden Read More
  • 1
  • 2