Bernard De Cock
Zondag 16 août
Het verhaal dat we vandaag geserveerd krijgen als evangelie is straffe kost. Het beeld dat wij van Jezus hebben, krijgt hier een stevige klap. Doorgaans wordt Jezus getypeerd als de man zuiver op de graat, een en al aandachtig voor de sukkelaars, ons aller morele voorbeeld. Welnu die onaantastbare lieveling van God wordt hier neergezet als iemand met een grof gedrag en een racistische taal. Eerst reageert hij gewoon niet, wanneer een vreemde vrouw zijn hulp inroept voor haar zieke dochtertje. Daarna gaat het van kwaad tot erger. Wanneer zijn leerlingen hem aanraden haar weg te sturen omdat ze geambeteerd zijn door haar luid geroep, gaat hij nog een stap verder dan de spreuk ‘eigen volk eerst’ – hij zegt in feite: ‘alléén eigen volk’. Letterlijk staat er dat Jezus zegt: ‘Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van Israël gezonden’. En hij raast maar door. Als de vrouw nog eens expliciet om zijn hulp vraagt, antwoordt hij dat zij een vreemdeling is, dus een hond. En wat bestemd is voor het eigen volk, het brood, kan toch zomaar niet aan die honden gegeven worden, zegt hij. Is dat werkelijk Jezus, die hier aan het woord is?