Geef aan God wat van God is
De officiële Joodse instanties waren de subversieve praat van Jezus meer dan beu. Die vent moest de mond gesnoerd worden. Maar ja… er was wel een probleem. Gezien zijn groeiende populariteit was enige voorzichtigheid geboden. En dus stuurden ze gezanten om Jezus erin te luizen. Zelf hielden ze van op afstand de boel in de gaten.
Die woordvoerders smeren eerst Jezus stroop om de mond: “Meester, Gij zijt een waarheidlievend man, kijkt niemand naar de ogen en onderricht naar waarheid over de weg van God.” En dan volgt die schijnbaar neutrale vraag over het al dan niet betalen van belasting aan de keizer.
Jezus doorziet hun tactisch spel en scheldt hen uit voor ‘huichelaars’. Want onschuldig is de vraag geenszins. Zegt Hij ‘wel betalen’, dan keren al wie zich teweerstellen tegen de Romeinse bezetter Hem de rug toe. Zegt Hij ‘niet betalen’, dan is Hij een provocateur, iemand die openlijk oproept tot boycot, en dat kan de Romeinse overheid niet over haar kant laten gaan.